Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
28 maart 2024

Campus
& Cultuur

‘Medewerkers komen vaak te laat bij ons’

Het aantal vertrouwenspersonen op de VU is de afgelopen jaren flink uitgebreid. Ook investeert de VU in trainingen en een expertteam om de sociale veiligheid te verbeteren. De volgende stap is dat medewerkers er vertrouwen in krijgen dat het ook echt helpt om hun verhaal te delen.

“We hebben het hier over een diepe cultuurverandering die moet plaatsvinden op de universiteit en die momenteel ook in de hele samenleving gaande is, denk aan de MeToo-beweging en Black Lives Matter”, stelt Mariëlle Rozemond, Arbo-adviseur en een van de twee vertrouwenspersonen die de VU op centraal niveau heeft aangesteld. “Idealiter zou je willen dat het voor medewerkers veilig is om ongewenst gedrag in een vroeg stadium te melden, bij de persoon zelf of bij de leidinggevende.”
Maar in de hiërarchische academische wereld is dat op veel plekken absoluut nog niet de realiteit. Uit onderzoek van de vakbonden blijkt dat 40 procent van de universiteitsmedewerkers een vorm van intimidatie of pesten op het werk ervaart (zie kader). Werk genoeg dus voor de vertrouwenspersonen, zou je zeggen, maar daar lopen medewerkers de deur nog niet plat: in 2019 kregen de 27 vertrouwenspersonen van de VU samen 59 zaken voor hun kiezen. En dat is al een forse groei ten opzichte van een paar jaar eerder: in 2013 waren er 11 zaken. Maar nog steeds moet het, gezien de cijfers uit onderzoeken, het topje van de ijsberg zijn.

Academische cultuur ombuigen
>Twee weken geleden publiceerde Ad Valvas een verhaal over de verziekte arbeidsverhoudingen bij de afdeling Experimentele en toegepaste psychologie.
>Daar hebben medewerkers en oud-medewerkers de ervaring dat hun klachten jarenlang niet werden gehoord.
>Dat gevoel hebben universitaire medewerkers vaak, blijkt uit verschillende onderzoeken: zo is de meerderheid van de promovendi die ongewenst gedrag ervaart niet tevreden met de back-up die ze krijgt van haar universiteit.
>Bovendien ervaart veertig procent van de medewerkers op universiteiten sociale onveiligheid op het werk, blijkt uit onderzoek van de vakbonden.
>De VU wil deze cultuur graag ombuigen. Zo zei rector Vinod Subramaniam in reactie op het grote aantal medewerkers dat zich onveilig voelt: ‘Ik hoop vurig dat we over een jaar of vijf dat percentage met een enkel getal kunnen schrijven.’
>De vertrouwenspersonen van de VU zijn er voor zaken waar er sprake is van intimidatie, seksuele intimidatie, agressie of discriminatie. Andere arbeidsconflicten of problemen verwijzen worden behandeld door bijvoorbeeld HRM of het bedrijfsmaatschappelijk werk. De VU heeft een hulpmatrix waarin staat waar je met welk probleem terecht kunt.
>Voel je je ook niet veilig op je werk? Vraag een gesprek aan met een vertrouwenspersoon: vertrouwenspersoon@vu.nl

Niet blijven rondlopen

Rozemond en Sandjai Bhulai (de tweede centrale vertrouwenspersoon, die daarnaast hoogleraar business analytics is) vinden het jammer dat medewerkers met problemen hen zo slecht weten te vinden. En dat ze vaak lang wachten: “Medewerkers komen vaak te laat bij ons, als de situatie al volkomen geëscaleerd is. Dat is enorm zonde”, stelt Bhulai. “Als vertrouwenspersonen kunnen we in een vroeg stadium meedenken hoe je een probleem met bijvoorbeeld je leidinggevende kunt aanpakken. Dat is veel gemakkelijker als het nog niet is geëscaleerd.”

Een probleem aanpakken is veel makkelijker als het nog niet is geëscaleerd

Want wat er nu vaak gebeurt is dat mensen blijven rondlopen met hun frustraties, soms jarenlang, waardoor sluimerende conflicten verergeren en de verhoudingen uiteindelijk soms zo verziekt zijn dat het veel moeite kost om ze weer te herstellen.
De academische cultuur speelt daarbij een rol: die is sterk hiërarchisch en competitief. De werkdruk is hoog. Jonge academici die daarin willen meedraaien hebben vaak het gevoel dat ze geen andere keuze hebben dan te accepteren wat de hoogleraar van hen vraagt. 
De meeste zaken die Bhulai en Rozemond krijgen hebben te maken met die hiërarchie: leidinggevenden die door hun ondergeschikten als intimiderend worden ervaren. Maar ook discriminatie en seksuele intimidatie komen voor. “Waar duizenden mensen met elkaar werken, is het logisch dat er af en toe frictie is”, stelt Rozemond, “maar ook als medewerker heb je een verantwoordelijkheid om daar, binnen de mogelijkheden die je hebt, wel iets mee te doen.”

Complexe situaties

Omdat de VU graag wil dat de arbeidscultuur verbetert, hebben ze de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in sociale veiligheid: er zijn inmiddels 27 vertrouwenspersonen (elke faculteit heeft er één of meer), er is een expertteam op het gebied van veiligheid, er worden bystander-trainingen gegeven. En toch weten veel medewerkers niet wat ze moeten doen als ze zich geïntimideerd voelen, of hebben ze weinig vertrouwen in de procedures.
Wat ook meespeelt is dat de situaties van sociale onveiligheid vaak complex zijn en dat medewerkers zich afvragen of ze het wel goed hebben aangevoeld. “Bij dingen als seksuele intimidatie of discriminatie zie je vaak dat de melders het de eerste keren klein hebben gemaakt voor zichzelf. Ze denken dingen als misschien heb ik het fout begrepen, of hij bedoelde het vast niet zo. Of ze denken: misschien heb ik zelf wel een fout signaal afgegeven door iemand eerder te dichtbij te laten komen. Pas na herhaalde incidenten melden ze zich”, zegt Bhulai, “dat is heel begrijpelijk, maar we zouden het liever anders zien.” Want ook voor dat soort problemen geldt: hoe eerder je erover praat en bijvoorbeeld kenbaar maakt dat iemand over je grenzen heen gaat, hoe makkelijker oplosbaar het is.

Moeilijk gesprek oefenen

De rol van de vertrouwenspersoon is primair die van ondersteuner. “Vaak helpt het alleen al om over je probleem te praten”, zegt Rozemond, “een vertrouwenspersoon luistert, kan samen met je kijken of het hier inderdaad om ongewenst gedrag gaat en zet de verschillende mogelijkheden met je op een rijtje. Jij beslist uiteindelijk wat er gaat gebeuren. Wij  denken mee, maar wij doen niks zonder iemands toestemming.”
“Wij kunnen helpen, bijvoorbeeld met het oefenen van een moeilijk gesprek, of in het bevestigen dat het niet raar is om iets aan te kaarten, maar de regie blijft altijd in handen van degene die zich bij ons heeft gemeld”, vertelt Bhulai. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen waarin er bijvoorbeeld sprake is van misdrijven of de vertrouwenspersoon zelf in gewetensnood komt, mag die melding maken bij het college van bestuur of een decaan.
Daarnaast heeft de vertrouwenspersoon een signalerende rol. Dat betekent dat als er verschillende meldingen komen over een afdeling, de vertrouwenspersoon de decaan, of het college kan adviseren om een onderzoek in te stellen (natuurlijk zonder namen te noemen van de klagers). Bhulai: “Maar dan moeten medewerkers zich wel melden, want zonder meldingen beginnen we niks.”

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.