Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
19 april 2024

Campus
& Cultuur

‘Ik denk dat studenten veel meer kunnen dan ze denken’

Eigenlijk was wiskunde haar lievelingsvak op de middelbare school. Maar de statistiekcoördinator bij psychologie en pedagogiek Marleen de Moor zag zichzelf niet als whizzkid, en ging toch maar geen wiskunde studeren.

Het was onzekerheid, denkt Marleen de Moor achteraf. “Ik had het best gekund, ik haalde negens!” Gelukkig vond ze iets anders leuks: de psychologische methodenleer.

Met haar colleges statistiek en de ontwikkeling van het methodenonderwijs, vakken die doorgaans behoorlijk taai zijn voor studenten, is het haar nu gelukt docent van het jaar te worden aan de Vrije Universiteit. Op het afgelopen Nieuwjaarsgala won ze de tweejaarlijkse Van der Duijn Schouten Onderwijsprijs, onder andere omdat ze zulke goede beoordelingen krijgt van de studenten.

Statistiek, dat is toch niet bepaald het lievelingsvak van de meeste studenten. Hoe weet je dat nou leuk te maken?
“Ik probeer het niveau hoog te houden, dus het niet te snel makkelijk te maken, en in de manier van uitleggen alle studenten te betrekken. Veel opleidingen hebben hun statistiekonderwijs gericht op de toepassing en het begrijpen daarvan, zonder de formules en het bijhorende rekenen. Wij bieden die wel aan.”

Dat klinkt toch best saai. Hoe doe je dat?
“Niet door de formules gewoon af te vuren. We koppelen ze altijd aan een concreet voorbeeld uit psychologisch of pedagogisch onderzoek en laten zien hoe je moet rekenen om tot de gevonden uitkomst te komen. We maken inzichtelijk wat in de formule staat. Studenten leren niet alleen een trucje, ze gaan echt verdiepend aan de slag. Normaal doe ik dat door veel op het bord uit te schrijven, nu heb ik een online whiteboard. En ik gebruik veel online oefenmateriaal, want als je veel rekensommetjes maakt, helpt dat om de stof te verwerken.”

Je leidt ook een project om met andere docenten statistiekopgaven te delen. Is dat voor extra rekensommetjes?
“Iedere docent maakt z’n eigen oefenopgaven en daar kun je dagen mee bezig zijn. Als we meer delen, scheelt dat tijd. Het wordt een database van opgaven die iedereen in z’n statistiekvakken kan gebruiken. We maken nu eerst een taxonomie, op basis waarvan we onze opgaven thematisch kunnen categoriseren, zodat je makkelijk de opgaven vindt die je nodig hebt. Ook ontwikkelen we een model waarmee we de kwaliteit van de opgaven kunnen bepalen, want we stoppen alleen goede opgaven in de database. We moeten dus ook in gesprek over wat een goede opgave is. Dat kan de kwaliteit een boost geven.”

‘We vuren de formules niet gewoon af’

Dus van samenwerken gaat de kwaliteit omhoog?
“Ik ben een groot voorstander van het delen van onderwijservaringen. Nu het onderwijs online is, werken we ook meer samen. Ik ben bijvoorbeeld coördinator van het vak statistiek 2, voor tweedejaars. Voorheen deed ik de hoorcolleges alleen en waren er juniordocenten voor de werkgroepen. Nu heb ik er een docent bij gekregen om alles om te zetten naar online. En twee tutoren uit het blended learning-team van de faculteit Gedrags- en Bewegingswetenschappen zijn werkgroepdocent bij mijn vak, plus er is een hoofdtutor. We zijn echt met z’n allen het vak naar online aan het omzetten.”

Hoe doe je dat, een vak omzetten naar online?
“In de werkgroepen moeten studenten bijvoorbeeld in SPSS data analyseren. We zetten nu de inhoud van de werkgroepen in Grasple, een online leeromgeving voor rekenmateriaal. Die opgaven doorlopen de studenten zelf, op hun eigen tempo, en ze krijgen daar direct feedback op. Wij kunnen monitoren welke vragen goed gaan en welke ze moeilijk vinden. Dat gebruiken we om het onderwijs verder te ontwikkelen.”

Een extra docent en meerdere tutors bij je vak klinkt wel heel luxe!
“De faculteit heeft geld vrijgemaakt voor de omslag naar online onderwijs. Dat is geweldig! Anders was het heel moeilijk geworden om het te realiseren. Nu proberen we het onderwijs te vernieuwen en ook inhoudelijk een slag te slaan. De hoorcolleges zijn opgenomen colleges van vorig jaar, daar waren we al mee begonnen voor de coronacrisis. Die kijken de studenten thuis en we hebben in een soort Q&A een interactieve sessie over de stof.”

Dus studenten kijken al van tevoren het hoorcollege?
“Het is wat ze flipping the classroom noemen: je verwacht dat de studenten thuis al de basisinfo bekijken en lezen, en dan gaan ze de verdieping in met de docent. Voor de Q&A vraag ik ze om van tevoren vragen te plaatsen op het discussieforum van Canvas, en ze kunnen daar elkaars vragen liken. De vragen met de meeste likes behandelen we als eerst. Ze hebben dus direct invloed op wat we doen. En in de werkgroepen maken de studenten in kleine groepen de opgaven. Ze kunnen direct van elkaar leren en het is ook fijn voor de sociale contacten. De werkgroepdocent gaat de groepjes af om te kijken of ze alles snappen.”

Krijg je voor je online vakken nu ook goede beoordelingen?
“In de eerste lockdown moest ik in één week mijn derdejaars vak geschikt maken voor online. Ik wilde studenten zelf vragen laten maken bij de opgenomen hoorcolleges van het jaar ervoor, maar ik wist niet of dat zou werken. Toen heb ik bij elk hoorcollege een Youtube-filmpje gemaakt: dit is de docent en die heeft een paar vragen geformuleerd. Die behandelden we in de Q&A-sessies. Ik was benieuwd naar de evaluaties, want ik had in nood het vak online gezet, en ik zat ook met kinderen thuis. Gek genoeg waren die hoger dan ooit! Dat was zo’n opsteker. We kunnen dit! Studenten hadden de persoonlijke filmpjes erg gewaardeerd: die toonden dat de docent haar best deed. We gaven de studenten ook meer structuur, zodat ze wisten wat er per week van ze verwacht werd en hoe ze dat het beste konden organiseren.”

‘Er was eens een student die een 8 heeft gehaald, na vijf keer zakken’

Zie je ook terug in de cijfers dat studenten zo’n moeilijk vak zo goed beoordelen?
“De tentamencijfers laten een heel mooie normaalverdeling zien. Er zijn altijd studenten die heel hoge cijfers halen, dat is voor mij een belangrijke graadmeter. Excellente studenten moeten een 9 of 10 kunnen halen, anders is het te moeilijk. Je ziet die hoge cijfers, en er zijn natuurlijk ook onvoldoendes.”

Dus het is niet dat jij elke student kunt laten slagen?
“Het is een moeilijk vak en voor veel studenten een struikelblok. Sommige studenten zie je meerdere keren terug, voor een enkeling is het nog het enige vak dat ze moeten halen om te kunnen afstuderen. Ik ben weleens met zo’n student om de tafel gaan zitten. Wat heb je nu gedaan? Hoe studeer jij? Je kunt dan toch nog studeertips geven: je moet niet alleen het boek lezen, maar het echt bestuderen en je in de stof verdiepen. Er was eens een student die toen een 8 heeft gehaald, na vijf keer zakken! Daar doe je het voor. Ik denk dat studenten veel meer kunnen dan ze denken.”

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.