OPINIE
16 juni 2023 reacties 2‘Verontrustend dat Afrika zou moeten meebetalen aan schadevergoeding slavernij’
Subtitel
VU-historicus Wybren Verstegen beweert dat ook Afrika moet bijdragen aan compensatie voor slavernij. 'Onverantwoord en ongevoelig', vindt promovendus Michael Davies Venn.
VU-historicus Wybren Verstegen beweert dat ook Afrika moet bijdragen aan compensatie voor slavernij. 'Onverantwoord en ongevoelig', vindt promovendus Michael Davies Venn.
Een Nederlandse historicus, Wybren Verstegen, die kennelijk geschiedenisles nodig heeft over Trans-Atlantische slavernij, heeft met onvoorstelbare moed in Ad Valvas betoogd dat 'ook Afrika moet bijdragen aan compensatie voor slavernij. Verstegen beweert dat "Afrikaanse war lords" hun gevangengenomen vijanden verkochten aan Europeanen die 'onbeperkt' arbeidskrachten nodig hadden voor hun 'plantages in West-Indië, Brazilië en het zuiden van de VS.' Maar het was niet het tekort aan arbeidskrachten dat deze historische gruwelijke transactie in mensenvlees mogelijk maakte. Verstegen stelt dat de trans-Atlantische slavernij mogelijk was door de afwezigheid van 'een gedeelde Afrikaanse identiteit' die aanwezig was in 'het Latijns-christelijke deel van Europa, waar slavernij om die reden vrijwel ontbrak.' Deze combinatie van het aanvullen van Europese arbeidstekorten met slavenarbeid en de afwezigheid van Jezus Christus in Afrika was een premie, want 'Afrikaanse machthebbers verdienden royaal aan de slavernij.'
Hierdoor konden deze 'war lords een hoge cultuur ontwikkelen', wat blijkt uit de 'terracotta sculpturen van de Yoruba, de bronzen en messing hoofden van de Ife en de Oba, evenals de zijden en katoenen weefsels van de Asante'. Helaas, betoogt hij, is deze wijsheid 'allemaal eerstejaars handboekkennis voor de studenten geschiedenis hier aan de VU.' En op basis daarvan, concludeert Verstegen, dat 'als leed van de slavernij financieel gecompenseerd moet worden door de nazaten van de profiteurs, zou om te beginnen Afrika zelf daar een serieuze bijdrage aan mogen leveren.
Stilte zou een voldoende antwoord moeten zijn op een dergelijk schandalig, zo niet onverantwoordelijk en ongevoelig voorbeeld van verval in intellectuele uitwisseling. Dat deze opmerkingen afkomstig zijn van een hoogleraar geschiedenis aan een gerenommeerde openbare Nederlandse universiteit is inderdaad zeer verontrustend, en schept enorme risico's voor VU-studenten, het bredere Nederlandse publiek en daarbuiten. Sterker nog, als geschiedenisstudenten aan de VU inderdaad zo worden onderwezen, zou het raadzaam zijn dat de regering van premier Mark Rutte en de universiteit meer dan een vergankelijke interesse heeft. Als Verstegen via de betrokkenheid van Afrikanen bij de handel vrijspraak van herstelbetalingen zocht, is dat onnodig. Europeanen hadden gewetensvrijheid, materiële middelen en macht om Afrikanen eenvoudigweg te veroveren, toen zij het Afrikaanse continent tijdens de Conferentie van Berlijn verdeelden en er later naartoe trokken om de bevolking uit te buiten. De erfenis van de verdeling van Afrika zou Europa en de Verenigde Staten vandaag definitief failliet maken. En voor de meer dan 12 miljoen mensen, inclusief kinderen, die van krijgers tot slaven zijn gemaakt door Europese kopers die in Afrika op zoek waren naar gratis arbeidskrachten, wordt het morele faillissement meer bij de kopers dan bij de verkopers gelegd.
Met de Bijbel in de ene hand en wapens in de andere, brachten de Europeanen Jezus Christus naar de zogenaamde "heidenen" in Afrika. Klaarblijkelijk namen zij "het Latijns-christelijke deel van Europa" niet mee, wat de Afrikanen de ellende van de slavernij had kunnen besparen en de Europeanen de angst om zich af te vragen of, en zo ja hoeveel, zij aan herstelbetalingen voor de slaven moesten betalen. Deze nalatigheid is onvergeeflijk, omdat daardoor geen "Afrikaanse identiteit" kon worden gecreëerd die een culturele kracht tegen de trans-Atlantische slavenhandel zou kunnen vormen, zoals in Europa's "Latijns-christelijke deel". De Afrikanen van vandaag hoeven niet ontmoedigd te zijn, want de culturele homogenisatieregels die zich voor altijd vermommen als beschavingsinstrumenten, zijn nog steeds voornamelijk dictaten van Europa en de VS.
Toen Frederick Philip Jonkheer van der Hoeven op 26 februari 1885 'In naam van de Almachtige God' de General-Akte der Berliner Konferenz (Kongokonferenz) voor zijn koning ondertekende, kon hij zich niet voorstellen dat een Nederlandse premier en zijn land vandaag de dag kibbelen over onbetaalde morele en financiële schulden voor de uitbuiting van Afrikanen. Zelfs nadat de Afrikanen hun schuld voor de handel aan zichzelf hebben betaald, zouden zij zich met grote ontsteltenis afvragen met welke maatstaf Europa zijn deel zou betalen? Zou het bloed van Christus volstaan, of zullen ze betaald worden in guldens? Wat de "Afrikaanse identiteit" betreft, zou Verstegen er goed aan doen commentaar te leveren op de historische en hedendaagse decimering van de Afrikaanse culturen door Europeanen die hun beschaving evangeliseren. De Afrikanen wachten met veel geduld op de teruggave van de Europese plundering van hun artefacten van 'hoge cultuur' die nu musea en instellingen in heel Europa sieren. Maar ook op dit punt is er weinig hoop, want in ieder geval de beloofde opbrengst van de verkoop van de 'gehele Afrika-collectie' van het Wereldmuseum Rotterdam wordt in Nederland 'op de bank gezet'. Of daar iets van geroofd is, lijkt irrelevant. Toch mag de Afrikaanse bevolking van Ghana, altijd zo hoffelijk, deze gelegenheid aangrijpen om de Nederlanders opnieuw hun diepste dankbaarheid te betuigen voor de teruggave van het hoofd van koning Badu Bonsu II, dat bijna twee eeuwen lang op sterk water in het Leids Universitair Medisch Centrum stond, omdat hij Nederlanders durfde te doden die zijn land binnenvielen en bezetten. Verstegen zou zo vriendelijk zijn te suggereren dat dergelijke kleine details ook op zijn geschiedenis afdeling worden onderwezen.
Michael Davies Venn is promovendus aan de Bètafaculteit van de VU.
{ Lees de 2 reacties}
Reageren?
Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.