Popup-Niks-missen-2.png

OPINIE

28 augustus 2017

Red het Nederlands

Behoud onze moedertaal als academisch vormende taal op universiteiten, vindt David van Overbeek.

De discussie over het taalbeleid in het hoger onderwijs bereikt haar kookpunt. Universiteiten wordt verweten het belang van de Nederlandse taal te onderschatten. Ze voeren het Engels in rap tempo door als onderwijstaal, nadat het al langer in het onderzoek domineert.

Met hoge verwachtingen keek ik daarom uit naar het onderzoek van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW): ‘Nederlands en/of Engels?’ Dit onderzoek kwam niet uit de lucht vallen. De minister zelf heeft erom gevraagd, en aangegeven ‘de argumenten en discussie over taalbeleid te willen structureren en ordenen’. Het rapport is te genuanceerd en mist daardoor twee zaken die voor mij juist de kern van de kwestie bepalen.

Ten eerste valt op dat de KNAW niet ingaat op hoe bepalend financiële prikkels voor institutionele keuzes zijn. De wetenschappelijke aandacht voor dit onderwerp is na de ravage van de financiële crisis niet voor niets toegenomen. Iedere eerstejaars economie leert welke schade perverse prikkels in een markt kunnen aanrichten. Onderwijsfinanciering kun je ook als zo'n markt zien: binnen het huidige systeem krijgen universiteiten meer geld door meer (buitenlandse) studenten te werven. Deze thematiek werd eerder al aangekaart als rendementsdenken.

De kritiek is dat universiteiten zich te veel focussen op omzet en hierdoor hun hoofdtaak van goed onderwijs uit het oog verliezen. Dit wordt gezien als belangrijke oorzaak van overvolle collegezalen, het verdwijnen van kleine studies en de snelle overstap op het Engels als primaire academische taal. Dit alles heeft in 2015 nog geleid tot protesten in het Maagdenhuis en kan dus moeilijk aan de aandacht van de KNAW zijn ontsnapt. Hoe kritisch is het eigenlijk dat ze deze dimensie van financiële prikkels sterk onderbelicht laat? Waar komt deze blinde vlek voor de economische en organisatorische kant van de wetenschap vandaan?

Ook heb ik intellectuele twijfel. Er wordt in de huidige discussie te weinig gesproken over de intrinsieke waarde van taal. Dit is opvallend, omdat het zo nauw samenhangt met de vraag naar bildung waarvoor met name studenten van de grotere studies de afgelopen jaren veel aandacht hebben gevraagd.

Ik onderschrijf hun hartenkreet omdat ik heb ervaren hoe groot het contrast tussen een Engelstalige studie economie en een Nederlandstalige filosofieopleiding is. Op de filosofiefaculteit staat taalvaardigheid centraal en heb ik ondervonden dat zorgvuldig taalgebruik activerend werkt. De complexiteit van taal stelt ons in staat om woorden te geven aan fundamentele twijfels, verborgen vooronderstellingen en complexe problemen. De taal zwengelt nieuwsgierigheid aan en brengt een bevlogen kracht en vrijheid met zich mee die ruimte geeft aan enthousiasme en inspiratie voor zowel student als docent.

Iedere student heeft recht op deze vormende ervaring. De KNAW gaat echter compleet voorbij aan deze intrinsieke waarde van het Nederlands als onderdeel van algemene academische vorming. Met haar onderzoek geeft ze slechts netjes het overzicht van standpunten waar de minister om vraagt. Ironisch genoeg getuigt juist dit onderzoek van taalarmoede.

Hoe kan het dat de KNAW twee fundamentele kwesties - perverse financiële prikkels en de intrinsieke waarde van taal - nauwelijks meeneemt in haar analyse? Als dit rapport het tij moet keren, ben ik ernstig bezorgd over de toekomst van Nederlands als vormende academische taal.

De auteur is VU-masterstudent economie en filosofie. 

David van Overbeek

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.