OPINIE
19 juni 2023‘Hybride onderwijs is geen gunst, maar een recht’
Subtitel
Een toegankelijke universiteit moet hybride onderwijs aanbieden, vindt promovendus Eline Pollaert.
Een toegankelijke universiteit moet hybride onderwijs aanbieden, vindt promovendus Eline Pollaert.
Universitair docent bioanalytische chemie Isabelle Kohler bepleitte in Ad Valvas de toegevoegde waarde van hybride onderwijs. Alleen fysiek onderwijs aanbieden werpt volgens haar onnodige barrières op voor studenten met gezondheidsklachten, mantelzorgtaken of een financiële situatie die betaald werk naast hun studie vereist. Dit is allemaal waar, maar toch zat me iets dwars na het lezen van haar opinie. De manier waarop Kohler haar hybride onderwijs vormgeeft, wordt hierin neergezet als een best practice – een uitzondering op de norm. Over die norm moeten we het als VU-gemeenschap hebben.
Kohler beargumenteert terecht dat hybride onderwijs past bij een inclusieve universiteit. Ik wil dit argument verder doortrekken: hybride onderwijs is niet alleen een voorwaarde voor een inclusieve universiteit, maar ook voor een toegankelijke universiteit. Als gehandicapte promovendus durf ik te stellen dat de VU op dit gebied nog een lange weg te gaan heeft. Deze ontoegankelijkheid is een gemiste kans. Zoals Kohler aantoont profiteren immers niet alleen studenten (en vanzelfsprekend ook medewerkers) met een handicap van een meer toegankelijke VU, maar ook vele anderen.
Op papier staan alle seinen op groen om te werken aan een meer toegankelijke VU. De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn een belangrijke leidraad voor onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering. Ook ondertekende de VU als een van de eerste Nederlandse universiteiten in 2018 de intentieverklaring voor inclusiever onderwijs, waarmee de organisatie zich committeert aan het VN-verdrag Handicap. De VU schaart zich dus (in ieder geval in theorie) achter de stelling dat toegankelijk onderwijs een mensenrecht is. Of, wanneer je het omkeert, dat het verzaken daarvan een vorm van discriminatie is. Validisme, om precies te zijn. Toegankelijk onderwijs is geen gunst, het is een recht.
De meerwaarde van hybride onderwijs en de voorwaarden voor het succesvol aanbieden ervan zijn al meermaals bepleit en wetenschappelijk aangetoond. Maar er is méér nodig dan hybride colleges om onderwijs toegankelijk te maken. Betere vertegenwoordiging van handicap in medezeggenschap, bewuster taalgebruik rondom handicap, meer aandacht voor handicap in onderwijscurricula, het verankeren van ervaringsdeskundige perspectieven in alle(!) organisatielagen en beleidsprocessen. Enkele initiatieven voor toegankelijkheid binnen de VU zijn er gelukkig al: de podcast ‘Onbelemmerd leren op de VU’ van de LEARN! Academy, het Servicepunt Participatie en de GV-onderwerpcommissie Diversiteit, Inclusie en Toegankelijkheid. Maar er is meer nodig dan wat nu gebeurt.
Het is de hoogste tijd dat er een cultuuromslag plaatsvindt bij de VU. Toegankelijk onderwijs is een fundamenteel onderdeel van een inclusieve universiteit en zou daarom een speerpunt van onze universiteit moeten zijn. Pas als dat gebeurt wordt hybride onderwijs de norm. Een norm die stelt dat toegankelijk onderwijs een recht is. Een norm die we als VU al twee keer eerder hebben bekrachtigd. Tijd voor actie.
Eline Pollaert is promovendus bij de Political History Research Group in het NWO-onderzoeksproject Disability and Self-Governance: a Global Microhistory of Het Dorp Community and its Cultural Heritage from the 1960s. Pollaert is ook lid van de Adviescommissie Divers en Inclusief Hoger Onderwijs en Onderzoek en initiatiefnemer en kernlid van Accessible Academia, een interuniversitair platform voor studenten en onderzoekers met een handicap.
Reageren?
Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.