Popup-Niks-missen-2.png

OPINIE

23 november 2021

Genderneutrale taal schrappen doet weinig voor de gelijkheid van vrouwen

Subtitel

Binaire taal kan de genderproblematiek niet oplossen. Om de mannelijke cultuur in de academische wereld echt aan te pakken, zijn grotere veranderingen nodig, vindt postdoctoraal onderzoeker Saartje Tack.

Hoogleraar Jacintha Ellers betreurt in haar opiniestuk dat de academische wereld in 2021 nog steeds door mannen en mannelijkheid wordt gedomineerd. Ik bewonder Ellers voor haar moed om zich uit te spreken over deze belangrijke kwestie. Zoals feministisch en queer theoreticus Sara Ahmed immers stelt: al te vaak wordt degene die een probleem aankaart uiteindelijk zelf aangezien als het probleem.
Maar waar ik me niet bij aansluit, is Ellers' argument dat juist het gebruik van genderneutraal taalgebruik de mannelijke dominantie in de academische wereld versterkt, omdat het zowel vrouwen als non-binaire personen onzichtbaar maakt.

Taal is niet statisch

Ellers ziet niet enkel een probleem in de genderneutrale voornaamwoorden, maar ook in bijvoorbeeld de oproep aan docenten om hun colleges niet langer te beginnen met 'dames en heren' maar te opteren voor het meer inclusieve 'goeiemorgen studenten'. In een taal zoals het Nederlands werkt het Amerikaanse streven naar neutraliteit niet, volgens Ellers. Zo zou de term 'studenten' de indruk wekken dat alle studenten mannelijk zijn, en op die manier vrouwelijke of non-binaire studenten onzichtbaar maken.

Wat Ellers zich niet lijkt te realiseren is dat taal en betekenissen niet statisch zijn. 'Student' verwijst niet langer enkel naar 'een mannelijk leergierig persoon', zoals zij het omschrijft, maar wordt al lang gebruikt om te verwijzen naar elke student, ongeacht gender of sekse. Er lijkt in haar argument ook verwarring te zijn over het verschil tussen de grammaticale organisatie van de Nederlandse taal en processen van betekenisgeving. Zo roept het woord 'kindergarten teacher' in het Engels bij velen nog steeds beelden op van vrouwen, niet omdat het woord grammaticaal vrouwelijk is, maar als gevolg van sociale leerprocessen. Het woord 'student' maakt vrouwen dus niet langer onzichtbaar in de academische wereld.

Laat ik duidelijk zijn: ik ontken niet dat aandacht richten op de aanwezigheid van vrouwen in mannelijke omgevingen politiek nut heeft. Maar een einde maken aan de onderdrukking van vrouwen zou niet moeten - en kan ook niet – bereikt worden ten koste van mensen die de (cis)gender tweedeling niet willen of kunnen onderschrijven of er geen toegang toe hebben.

Vrouwen, geen dames

Toch is dergelijke uitsluiting precies wat aan de basis ligt van Ellers' oplossing, namelijk haar oproep om zowel ‘dames en heren’ als ‘beste studenten’ uit ons taalregister te schrappen en ze te vervangen door ‘dames tot heren’. Deze zinsnede is problematisch, en niet alleen omwille van de gebrekkige veronderstellingen over grammatica en betekenisvorming waarop haar argument gebaseerd is.
Als we haar veronderstelling dat taal en betekenis statische gegevens zijn serieus nemen, kunnen we ons afvragen of het aanmoedigen van het gebruik van de term 'dames', die van oudsher gebruikt wordt om vrouwen op hun rechtmatige, onderdanige plaats te houden, wel nuttig is voor het bereiken van meer gelijkheid voor vrouwen.

Belangrijker is echter dat deze zinsnede de ongelijke status quo bevestigt. De voortdurende nadruk op vrouwen en mannen bestendigt het idee dat deze normale, natuurlijke categorieën zijn. Hoewel de ‘tot’ in de zinsnede misschien goed bedoeld is, positioneert het andere genderbelevingen en -identiteiten als niet noemenswaardig in hun specificiteit en is het dus medeplichtig aan hun uitsluiting. Op die manier stelt de uitdrukking de gendertweedeling niet in vraag, versterkt ze ze zelf, ook al is het precies de tweedeling die aan de basis ligt van het probleem dat Ellers beweert te willen aanpakken.

Ondoordacht en toondoof

De afgelopen jaren hebben genderkritische feministen talloze aanvallen gepleegd op trans- en non-binaire personen, die zij aanzien als een gevaar voor cisgender vrouwen en als een bedreiging voor de gelijkheid van man en vrouw. Gezien deze context is Ellers’ suggestie dat genderneutraal taalgebruik – dat juist gericht is op het bevorderen van de inclusie van niet-binaire en transpersonen – bijdraagt aan de discriminatie van vrouwen in de academische wereld, in het beste geval ondoordacht en toondoof.

Om de mannelijke cultuur in de academische wereld echt aan te pakken, zijn grotere veranderingen nodig. Oplossingen voor genderproblematiek moeten we onder meer zoeken in doorstroming naar hogere functies, de takenverdeling in gezinnen, de timing van belangrijke vergaderingen, kinderopvang op conferenties, de beelden van wetenschappers die kinderen en jongeren meekrijgen, de invloed van bedrijfscultuur op mensen met welke genderidentiteit worden aangenomen en de verdeling van zorgende en administratieve taken binnen afdelingen.

De focus op een klein aantal genderneutrale zinnen en woorden dat in Nederland nog steeds niet algemeen wordt gebruikt, verdoezelt een veel bredere institutionele en maatschappelijke intersectionele genderproblematiek.

Saartje Tack is postdoctoraal onderzoeker aan de faculteit Sociale Wetenschappen.

 

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.