OPINIE
29 maart 2018De VU is (ook) De Verrekijker
Door De Verrekijker te sluiten, geeft het bestuur de duidelijke boodschap af dat democratisering, participatie en kritische geest hier geen plaats hebben, vindt Dimitiris Pavlopoulos.
De discussie over de sluiting van de Verrekijker wordt gedomineerd door argumenten betreffende naleving van voorschriften en officiële procedures. Ondanks de heldere, stevig geformuleerde argumenten die de universitaire persvoorlichter direct na de ‘omstreden bijeenkomst' met de Palestijnse activist Rasmea Odeh aanvoerde, beweert het universiteitsbestuur nu dat De Verrekijker moet verdwijnen omdat het de overeenkomsten met de VU heeft verbroken.
Daarover valt te discussiëren, daar deze overeenkomsten niet op schrift staan, terwijl de twee partijen (het universiteitsbestuur en het Verrekijker-collectief) verschillende visies op de inhoud van deze afspraken hebben. En zelfs al zou De Verrekijker de kwestie op ongepaste wijze hebben afgehandeld, dan nog had men een andere weg kunnen bewandelen. De Verrekijker had een directe schriftelijke waarschuwing kunnen krijgen of zelfs naar een andere ruimte kunnen worden verplaatst (vanwege de klachten van naburige onderzoeksfaciliteiten). Bovendien had het universiteitsbestuur een discussie op gang kunnen brengen over de vraag of (en zo ja in welk kader) zo'n zelfgeorganiseerd initiatief van studenten een plaats heeft bij de VU, in plaats van eigen studenten te bedreigen met juridische stappen en beveiligingsmedewerkers.
Er werden VU-breed vraagtekens gezet bij de manier waarop de universiteit opereert Je lost deze kwestie niet op door de context te negeren. De Verrekijker kwam niet uit het niets tevoorschijn. Het collectief ontstond toen het hoger onderwijs in Nederland werd opgeschud door de sociale beweging die werd aangewakkerd door de bezetting van het Maagdenhuis. De VU ondervond indertijd de rampzalige gevolgen van de reorganisatie van de ondersteunende diensten, evenals de arrogante managementcultuur die door het vorige universiteitsbestuur was gevestigd. De democratiseringstrend, ingezet door de bezetting van het Maagdenhuis, was ook voelbaar aan de VU. Er werden VU-breed vraagtekens gezet bij de op output gebaseerde manier waarop de universiteit opereert. Er kwamen, op initiatief van VU-studenten en medewerkers, openbare debatten over onderwerpen die voorheen onbespreekbaar waren: het toewijzingsmodel van de universiteit (VUSAM), het bestuur van de universiteit, de onderwaardering van het onderwijs.
Deze discussie leidde uiteindelijk tot de Raadpleging in 2016. Hoewel de discussie over democratisering op de een of andere manier is vervaagd, zijn de kwesties die in deze periode naar voren werden gebracht nog steeds urgent. Het Verrekijker-collectief was bij al deze activiteiten aanwezig en droeg bij tot hun succes. Als we De Verrekijker al willen bekritiseren, is dit omdat ze die lijn niet consistent hebben vastgehouden.
Bovendien heeft de Verrekijker - als vrije ruimte, mogelijk gemaakt door studenten - bijgedragen aan de identiteit van de Vrije Universiteit. Er zijn aan de VU tal van studentengroepen, verenigingen en initiatieven. Echter, met alle respect voor studenten die daar veel energie in stoppen, die zijn geïnstitutionaliseerd. Debatten, discussies en evenementen worden georganiseerd volgens de dominante principes en de dominante cultuur. De Verrekijker heeft een horizontale organisatiestructuur en is onafhankelijk van die dominante cultuur, die beperkingen oplegt aan de onderwerpen waarover we debatteren, en al helemaal aan de manier waarop we dat doen.
Zelf heeft het universiteitsbestuur beslissingen genomen die allesbehalve neutraal zijn En er zijn meer belangrijke issues. Zo beweert de VU dat ze neutraal moet blijven in controversiële internationale onderwerpen zoals het Israëlisch-Palestijnse conflict. In de loop der tijd heeft het universiteitsbestuur echter beslissingen genomen die allesbehalve neutraal zijn. Het is niet de eerste keer dat het bestuur een bijeenkomst over het Israëlisch-Palestijnse conflict die contextueel naar de Palestijnse kant leunt, afkeurt of zelfs verbiedt, terwijl ze het tegenovergestelde wel heeft toegestaan. Beide keren dat deze bijeenkomsten op weerstand van het VU-bestuur stuitten, werden georganiseerde protesten van de pro-Israël-lobby aangevoerd als argument. Interessant is dat deze protesten in beide gevallen, en in weerwil van historische feiten, werden ondersteund door extreemrechtse kringen.
In dit opzicht zal het besluit om De Verrekijker te sluiten ernstige gevolgen hebben voor het imago en de identiteit van de VU. Waarschijnlijk op advies van communicatiemedewerkers besloot het bestuur dat De Verrekijker niet past in het marketingprofiel van de universiteit; een marketingprofiel dat is ontworpen door mensen en principes die ver afstaan van de collegezalen en de VU-gemeenschap. Dit is niet de tijd van een Maagdenhuisbezetting, maar een tijd waarin extreem-rechtse ideeën van Thierry Baudet en Donald Trump het publieke discours in Nederland domineren. Blijkbaar is het vermijden van onenigheid met dit deel van het politieke spectrum prioriteit geworden.
Dit is niet zonder gevolgen voor het imago van de VU, en deze gevolgen strekken veel verder dan De Verrekijker. Door De Verrekijker te sluiten, geeft het bestuur een duidelijke boodschap: dat de ideeën van democratisering, participatie en kritische geest geen echte plaats hebben op de VU. Dit is de eigenlijke reden dat de sluiting van de Verrekijker steun krijgt van mensen die vanaf het allereerste begin gekant waren tegen democratiseringsideeën.
Het tegenargument zou zijn dat de universiteit openstaat voor álle ideeën. Maar ideeën over democratisering en directe participatie floreren niet in geïnstitutionaliseerde omgevingen met hiërarchische besluitvorming, zoals de VU, maar in dynamische omgevingen waarin studenten en werknemers zich vrij voelen om zelf initiatieven te nemen.
Zo wordt het diversiteitsbeleid van de VU een lege huls Een ander gevolg van dit alles is dat het diversiteitsbeleid van de VU een lege huls wordt. De sluiting van De Verrekijker legt ons een dictaat op: diversiteit is gewenst bij de VU, zolang deze is geïnstitutionaliseerd. Oftewel: we willen zowel studenten aantrekken van de tweede generatie immigranten als van over de hele wereld, uit alle culturen en rassen, we willen dat ze zich hier thuis voelen; maar tegelijkertijd verwachten we dat ze zich op een bepaalde manier gedragen en dat ze controversiële politieke (en niet alleen politieke) kwesties op een droge manier bediscussiëren. Het is duidelijk dat dit de VU niet van een andere universiteit onderscheidt. De tegenstanders van diversiteitsbeleid kunnen zich winnaar voelen door de sluiting van de Verrekijker...
De Verrekijker-kwestie heeft een sterk symbolisch effect. De uitzonderlijke onderzoeksresultaten en de oprechte inspanningen om studenten onderwijs te bieden van hoge kwaliteit – beide prestaties van VU-medewerkers – zijn nog niet genoeg om onze universiteit echt van andere te onderscheiden. Studenten de kans geven hun eigen horizontale structuren te ontwikkelen, ze hun eigen activiteiten laten ontplooien en aan de gemeenschap aanbieden, dat zou een treffende aanvulling zijn op het geïnstitutionaliseerde werk van de VU.
De auteur is universitair docent sociologie en onderzoeksmethoden en lid van de ondernemingsraad
Reageren?
Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.