Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
19 april 2024

Campus
& Cultuur

Netherlands Carillon klinkt na 66 jaar eindelijk zuiver

Kosten noch moeite zijn gespaard om het Netherlands Carillon opnieuw te stemmen. Het geschenk van Nederland aan de VS klinkt straks eindelijk als een klok. Reportage vanuit de gieterij in het Brabantse Asten.

Het is een gênante geschiedenis die VU-hoogleraar Diederik Oostdijk beschrijft in zijn boek Bells for America. Die gaat over het 49-delige klokkenspel dat Nederland in 1954 aan Amerika schonk als dank voor de Marshall-hulp en bevrijding. Van meet af aan klonk dat namelijk vals. Het carillon wordt nu door de Koninklijke Klokkengieterij Eijsbouts in Asten opnieuw gestemd. Ad Valvas krijgt een rondleiding.

Wie het Brabantse dorp binnenrijdt, kan het nauwelijks ontgaan. Pal onder het plaatsnaambord staat in een fors lettertype: ‘Asten klinkt als een klok.’ Geef daarna nog twee keer gas en midden in de dorpskern, naast de kerk, doemen de fabriekshallen van de vermaarde gieterij op.

Het kleinste klokje is kwijt
In afwachting van het 49-delige carillon dat Nederland aan de VS zou schenken, zou koningin Juliana tijdens haar eerste staatsbezoek in 1952 het kleinste klokje alvast aan president Harry Truman aanbieden. Op het moment suprême hadden zich 8.000 gasten verzameld in Meridian Hill Park, noordelijk van het Witte Huis.
Maar geloof het of niet: het klokje was kwijt. “Verkeerd bezorgd”, zegt VU-hoogleraar Diederik Oostdijk. “Het bleek afgeleverd op de kanselarij.”
Hoe loste Juliana dat op? Als in een mimevoorstelling deed de koningin alsof ze een geschenk overhandigde. Truman speelde het spelletje mee en nam het quasi in ontvangst. “Een eigenaardige scène, maar in de media is daar later met geen woord over gerept.”

Ceo Joost Eijsbouts runt het familiebedrijf sinds 1996. En inmiddels, zegt hij, is de klokkengieterij uit Asten de grootste ter wereld. Met orders van de Notre-Dame in Parijs, de dom in Keulen, maar evengoed uit Beijing, Moskou en Manilla. En niet in de laatste plaats uit de Lage Landen zelf, waar het carillon in de 17de eeuw tot bloei kwam. De klok uit de Gentse Belforttoren is recentelijk onder handen genomen en rust nu buiten op een houten pallet, een joekel van 10.000 kilo.

Geur van zand en metaal

In de deuropening verschijnt hoogleraar Engelstalige letterkunde Oostdijk, ietsje vertraagd vanwege “chaos op het spoor”. Hij schreef vorig jaar een boek over het zogeheten Netherlands Carillon en raakte betrokken bij de renovatie. Hij heeft de gieterij al een keer bezocht, maar laat zich graag nog een keer rondleiden.

Het volgende moment loodst Eijsbouts – gestoken in een geruit, tweed pak – zijn gevolg door de fabriekshal, waar een geur van zand en metaal hangt. Hij stopt eerst bij een reeks draaitafels waarop de klokken worden gegoten, en daarna bij een werkbank waar een werknemer met ornamenten in de weer is.

‘Pure magie’

Next stop is de zogeheten stemkamer, waar een wonderlijke aanblik wacht: een kleine vijftig patinagroene klokken van groot tot klein, omgekeerd op de grond. Zie hier het beroemde geschenk aan de Verenigde Staten, volledig ontmanteld.

Het stemmen gebeurt door laagjes brons aan de binnenkant weg te schrapen, legt Eijsbouts uit. “Daardoor klinkt het carillon in z’n geheel iets lager, maar wel weer zuiver. Wat telt is de verhouding tussen de klokken.”

De ceo duikt omlaag, grist een klepel van de grond en slaat achtereenvolgens op vier klokken van verschillend formaat. “Pure magie”, lacht Oostdijk, terwijl de klanken langzaam wegsterven.

Nachtwacht beschadigd

De keuze voor het klokkenspel was begin jaren vijftig geen uitgemaakte zaak. Eerst wilde het kabinet De Nachtwacht uitlenen, zegt Oostdijk. “Wat uniek zou zijn geweest omdat het schilderij het land nog nooit had verlaten. Het bleek echter beschadigd, en bovendien onder toezicht van de stad Amsterdam.”

Eerst wilde het kabinet De Nachtwacht uitlenen

Daarna passeerde het Deventer-tapijt de revue, maar ook glas uit Leerdam en Delfts aardewerk. Pas nadat een medewerker van het ministerie van Economische Zaken tijdens de vaat twee wijnglazen tegen elkaar knalde, ontstond het idee van een carillon.

Het kabinet was om, maar het volk niet: de geldinzameling hield niet over. Er was 200.000 gulden nodig, maar vooral in de grote steden viel de opbrengst tegen. In Amsterdam was slechts 1100 gulden opgehaald. Oostdijk: “Een deel van de bevolking kon nog steeds niet verkroppen dat de VS druk hadden uitgeoefend om Indië af te staan. Later hebben de overheid en het bedrijfsleven bijgesprongen.”

Paardenmest en bier

Toen was de vraag: welke gieterij mag deze eervolle opdracht uitvoeren? Na een staaltje polderen avant la lettre is besloten om drie verschillende bedrijven in te schakelen, zegt Eijsbouts, waaronder zijn eigen gieterij. “Het is alsof je Steinway, Bösendorfer en Yamaha vraagt om samen een vleugel te maken. De gieterijen hadden hun eigen methodes, waarbij de lemen gietvorm werd vermengd met geitenhaar, paardenmest of een scheut bier.”

Een en ander kwam de klank niet ten goede: een testcomité keurde 17 van de 49 klokken af. Bij een tweede inspectie liet de kwaliteit nog steeds te wensen over, maar gaf de Tweede Kamer toch maar groen licht. De valse klank was een publiek geheim, zegt Oostdijk. “De Amerikaanse beiaardiers, die elk jaar zomerconcerten verzorgden, hadden afgesproken om er geen ruchtbaarheid aan te geven. Het was De Telegraaf die er in de jaren zeventig voor het eerst over schreef.”

Zie de klokken in Asten
Vanaf donderdag 16 april is (een deel van) het Netherlands Carillon te zien in Museum Klok & Peel in Asten. Op die dag verschijnt ook Oostdijks boek Klokken voor Amerika, een vertaling van Bells for America, Uitgeverij Boom.

Zwaar verroeste toren

In de jaren negentig is het carillon – naast de erebegraafplaats Arlington National Cemetery – voor het eerst gerestaureerd, nadat Nederlandse bedrijven signalen hadden opgepikt dat de beiaard in deplorabele staat verkeerde. Maar dat was lapwerk. “Er was nauwelijks budget”, zegt Eijsbouts, die eraan meewerkte.

Nu wel. De Amerikanen hebben 4,5 miljoen dollar uitgetrokken voor de zwaar verroeste toren waar het carillon in hangt, terwijl de Nederlandse overheid 8 ton spendeert aan de klokken.

Molens en haringhappen

Wat veel Amerikanen (en Nederlanders) niet weten, is dat de klokken rijkelijk versierd zijn met oer-Hollandse scènes, zoals een kaasmarkt, molens en haringhappen. In de toren was eigenlijk een lift bedacht, zodat bezoekers de afbeeldingen en dichtregels konden zien, maar dat bleek bouwtechnisch niet te realiseren.

De afbeeldingen vormen een “zelfbeeld in brons” van Nederland in de jaren vijftig, zegt Oostdijk. “Op de grote klokken prijken de provincies plus de Antillen. Op de iets kleinere exemplaren figureren de beroepsgroepen, waaronder de mijnbouw, de luchtvaart en het onderwijs. En de kleinste klokjes, die ook het hoogst klinken, zijn gewijd aan de jeugd.”

Krachtige vrouwen

Over de klok die opgedragen was aan de vrouwenorganisaties, ontstond heibel. Vrouwen protesteerden tegen de afbeeldingen van ‘etherische nymfen in paradijselijke gewaden’. Zij eisten een ‘krachtiger impressie van de vrouw’, maar vingen uiteindelijk bot. Het toont volgens Oostdijk de tweesprong waarop Nederland zich bevond, gekenmerkt door traditie én moderniteit.

‘Over de vrouwenklok ontstond heibel’

Maar waarom is de klok van de Antillen eigenlijk het grootst? Omdat deze eilanden het diepst in de buidel tastten, zegt Oostdijk. De Antillen doneerden 20.000 gulden en hoopten zo Amerikaanse toeristen naar de eilanden te trekken. Ook de KLM toonde zich vrijgevig uit eigenbelang: de luchtvaartmaatschappij probeerde landingsrechten in de VS te krijgen.

Oostdijk: “Het carillon was bedoeld als dankbetuiging voor hulp tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, maar economische belangen voerden meer dan eens de boventoon.”

30.000 kilo verschepen

Nog vóór de zomer zal de Koninklijke Klokkengieterij Eijsbouts dit carillon, dat 30.000 kilo weegt, verschepen naar de VS. Na de zomer zal een crew uit Asten overvliegen om de beiaard in de gerenoveerde toren te installeren. Het carillon telt binnenkort 53 klokken. In 1995 bood Wim Kok de vijftigste klok aan president Bill Clinton aan (ter herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog), en in september worden nog drie klokken toegevoegd. Twee kleine en één grote: de Marshall-klok.

Dit artikel verscheen in Ad Valvas #12, 26 februari 2020: Een vals geschenk.

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.