Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
27 maart 2024

Wetenschap
& Onderwijs

Mixed-classroom is op de VU nu een echt onderwijsmodel

De VU zet hard in op de mixed-classroom, waar docent en studenten leren van elkaars ervaringen en perspectieven. Waarom eigenlijk? En hoe werkt het?

Vijftien jaar geleden schrokken de hoogleraren en docenten zich nog een hoedje aan de VU. Toen in 2005 een handvol studenten biomedische wetenschappen amechtig de evolutietheorie afwees omdat die volgens hen in tegenspraak was met de Koran, kwamen minstens honderd paniekerige hoogleraren en docenten bijeen in een grote collegezaal. Ze wisten niet wat ze ermee aanmoesten. “Ik heb helemaal geen zin om de boeken van die mensen te gaan lezen”, klaagde een hoogleraar toen er werd gesuggereerd dat hij zich in de achtergrond van zijn studenten moest verdiepen.

Weerstand

Onderwijskundige Siema Ramdas kwam in 2013 bij de VU werken voor het toenmalige Onderwijscentrum. Ze trainde docenten in diversiteitssensitiviteit, om beter om te leren gaan met de diversiteit in hun collegezaal en zich bewuster te worden van hun eigen blinde vlekken en vooroordelen. Ook toen kreeg ze nog te maken met scepsis. “Ik voelde de nodige weerstand. Docenten zeiden dat ze geen tijd hadden, ze waren bang dat ze hun hele curriculum moesten omgooien.”

Mixed-classroom
Het mixed-classroom-model wordt ingeburgerd met cursussen, workshops en trainingen. Er is ook een mixed-classroom-inloopspreekuur. Meer info op vu.nl/en/programmes/mixed-classroom

Inmiddels is er veel veranderd. De docenten die wel openstonden voor de diversiteitssensitiviteitstrainingen, ontdekten dat die in het verlengde lagen van wat ze toch al deden in hun colleges. Er kwamen een chief diversity officer, decaan Sociale Wetenschappen Karen van Oudenhoven, en een diversiteitscoördinator, Wim Haan. Inmiddels is er een Diversity Office met meerdere diversity officers die ieder in een eigen onderwerp gespecialiseerd zijn. De VU is duidelijk trots op haar imago van diverse universiteit en gebruikt die als een van haar selling points.  

Voorbeeldmodel

De VU zet nu in op de mixed-classroom, een onderwijsmodel dat de verschillen tussen studenten gebruikt om hun leerervaringen te verrijken en ervan te profiteren. “We gebruiken de spanning tussen verschillende perspectieven om een kritische opstelling bij studenten te stimuleren en creatieve oplossingen te bedenken”, zegt Ramdas van Learn! Academy, die duurzame leermethoden ontwikkelt, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. “We reiken docenten handvatten aan”, aldus Ramdas, “die ze kunnen integreren in hun colleges.”   

De term mixed-classroom is gemunt door decaan Sociale Wetenschappen Karen van Oudenhoven, chief diversity officer van de VU, voordat begin dit jaar decaan Religie & Theologie Ruard Ganzevoort dat stokje van haar overnam, en Wendy Maat van International Office. “Vanuit het decanenteam wilden we de verbinding leggen tussen internationalisering en diversiteit. Verschillende universiteiten zetten in op de international classroom, maar wij wilden voor onze universiteit een model ontwikkelen dat verder ging dan nationale verschillen alleen”, zegt Van Oudenhoven. “Binnen de VU was al een tijd geëxperimenteerd met zoiets als de mixed-classroom, maar de eerste try-outs werden vooral gestuurd door problemen vanuit het onderwijs. Ik vond het jammer dat ze geen gebruikmaakten van de wetenschap. De VU is dé plek om vanuit haar wetenschappelijke expertise en praktische ervaring als eerste een model te ontwikkelen waarmee ook andere kennisinstellingen hun voordeel kunnen doen. Ramdas is daarmee vanuit de Learn! Academy enthousiast aan de slag gegaan met behulp van diversiteitsexperts binnen en buiten de VU.”

Leren omdenken

‘Veel mensen spreken dan van een safe space, maar ik noem het liever bravespace’

De mixed-classroom is een van die methodieken. “In het begin lag het accent in trainingen vooral op sensitiviteit voor dingen die lastig zijn rond diversiteit. Het ontwikkelde model gaat een stap verder en beschrijft wat nodig is om tot effectieve interactie te komen en uiteindelijk meerwaarde te realiseren vanuit verschil”, aldus Van Oudenhoven.

Het zijn niet alleen de studenten die leren omdenken in de mixed-classroom. “Ook van de docenten wordt verwacht dat ze zichzelf bevragen en hun eigen modellen en aannames kritisch bekijken”, zegt Marieke Slootman, diversity officer education en projectleider van het mixed-classroom-project. “Deel van de methodiek is reflectie op je eigen referentiekader, want daarna pas leer je openstaan voor dat van een ander.” 

Diverse wiskunde

En dat geldt niet alleen voor sociologen en geesteswetenschappers, ook bèta’s hebben baat bij de mixed-classroom. “Voor onze workshops hebben zich opvallend veel bètadocenten opgegeven”, aldus Slootman. “Ik krijg vaak de opmerking dat exacte studies overal hetzelfde zijn, dat diversiteit daar geen rol speelt, maar met zoveel internationale studenten aan de bètafaculteiten krijgt een docent wel degelijk te maken met andere leer- en doceerbehoeften.” Van Oudenhoven vertelt dat een van de deskundigen op een expertisedag rond de mixed-classroom een wiskundige was, Sandjai Bhulai, “die VU-rector Vinod Subramaniam ons had aangeraden.”

“Soms zegt een docent: Ik heb dat niet nodig, want ik heb geen gekleurde studenten in mijn collegezaal”, zegt Ramdas. “Maar in feite is elke classroom mixed, veel dimensies van diversiteit zijn namelijk onzichtbaar.”

Ramdas, Slootman en Van Oudenhoven vatten hun onderwijsmodel samen in een boekje ‘The VU Mixed Classroom Educational Model’. Een suggestie daarin is bijvoorbeeld om studenten standpunten te laten verdedigen die niet hun eigen standpunten zijn.    

Constructief oneens zijn

De mixed-classroom heeft drie fasen volgens Ramdas: “In de eerste fase worden studenten zich bewust van hun eigen referentiekader en ze leren zich uiten in een veilige omgeving. Veel mensen spreken dan van een safe space, maar ik noem het liever brave space. Het gaat er niet om één groot Kumbaya te creëren, maar een sfeer waarin mensen dapper genoeg zijn hun visie te geven en kritiek te incasseren.”

In de tweede fase leren studenten elkaars perspectieven op een constructieve manier naast elkaar te leggen. “Zoals je voor het hardlopen moet rekken en strekken om blessures te voorkomen, zo moet je hier eerst leren het constructief met elkaar oneens te zijn”, licht Ramdas toe. In de derde fase wordt het geleerde “geöptimaliseerd” en “gekapitaliseerd”. Daarbij integreren ze verschillende perspectieven om van studenten kritische, flexibele en creatieve denkers te maken die leren van elkaars ervaringen.  

“Het is géén integrale aanpak die we docenten opleggen”, zegt Ramdas. “Het is een beetje een naslagwerk waaruit iedereen kan nemen wat die wil, kan kijken naar de oefeningen, zien wat inspireert of wat absoluut niet bij haar/zijn of hun onderwijs past.”

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.