Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
28 maart 2024

Campus
& Cultuur

Minister Bussemaker steekt haar licht op bij VU-vluchtelingen

“Vluchtelingen moeten snel de taal leren, snel integreren, snel meedoen”, klonk het vanmorgen in de Tweede Kamer tijdens het vluchtelingendebat. Op hetzelfde moment leerde onderwijsminister Jet Bussemaker hoe de vluchtelingen dat hier aan de VU doen, de taal leren en integreren.

Ze sprak met vluchtelingen die bij VU-NT2 in vier cursussen van negen weken zo goed Nederlands leren dat ze het staatsexamen kunnen doen. Ze sprak vluchtelingen die een schakeljaar volgen bij VASVU, om daarna een universitaire studie te kunnen doen. Vluchtelingen met een Syrische bul op zak, die hun hele studie hier overdoen.

Syrische vrijwilligers

Ze sprak een Syrische vluchteling, Mohammed, die een organisatie van Syrische vrijwilligers heeft opgezet, Syrian volunteers in the Netherlands (SYVNL), die zich aansluiten bij organisaties als het Rode Kruis en het Leger des Heils om vrijwilligerswerk te doen.

Ze hebben ook zelf een project hebben opgezet om Syrische kinderen te helpen integreren door middel van muziek.” “Een goede manier om Nederlands te leren”, aldus Mohammed. Er is een Facebook-pagina, er zijn T-shirts met het logo van de SYVNL. Mohammed is ambitieus. “We willen een landelijke organisatie zijn.”

Bussemaker was verrukt. “Mag ik een dag met jullie meelopen?” vroeg ze.  Ze toonde zich zeer geïnteresseerd in de vluchtelingen, deed zelfs mee met een NT2-les, waar ze zich liet indelen in een groepje om met drie cursisten (geen vluchtelingen) Nederlands te praten.

Het andere verhaal

De minister was hier op eigen initiatief, want de VU heeft een stevige reputatie opgebouwd met haar schakeljaar en taalcursussen voor anderstaligen en daar wilde ze meer van weten. De VU heeft het grootste aantal vluchtelingstudenten van alle Nederlandse universiteiten: 74, van wie 26 eerstejaars. VU-NT2 geeft voltijds cursussen aan tien groepen anderstaligen, van wie er tachtig Syrische vluchtelingen zijn. Bij het VASVU zijn er 50 cursisten waarvan er twintig Syrische vluchtelingen zijn. Vorig jaar waren dat er twee.

Jaap Winter, de voorzitter van het college van bestuur, zei dat de VU “het andere verhaal” wil laten zien. “We hebben het er moeilijk mee hoe vluchtelingen in Nederland nadrukkelijk niet welkom worden geheten. Maar hier kun je zien dat vluchtelingen het land rijker en sterker maken.”

Bussemaker wees erop dat de vluchtelingenstroom heftig is, “maar we hebben deze omvang eerder gezien. Alleen toen was het heftig qua organisatie van de opvang, nu is ook het politieke debat heftig, met de PVV tegen alle andere partijen.”

Bijzondere positie

Ze liet zich voorlichten over de opleidingen, de toelatingstoetsen, het dilemma dat ontstaat als je rekening houdt met de bijzondere positie waarin vluchtelingstudenten zich bevinden, vanwege hun oorlogsverleden en hun taalachterstand, maar ze ook wilt onderwerpen aan dezelfde criteria als alle andere studenten om hun diploma te halen.

De VU is daar principieel in: “De studenten die hier een schakeljaar voor anderstaligen hebben afgerond, eindigen op een niveau dat bijna zo goed is als het Nederlandse vwo.”

Praktische problemen

Er zijn praktische problemen: de numerus fixus voor geneeskundestudenten bijvoorbeeld. Met de eigen medische faculteit heeft de VU de afspraak dat ze vijf vluchtelingstudenten mag voordragen. Elders blijkt het cv van de vluchtelingen, dat natuurlijk voornamelijk in hun land van herkomst is opgebouwd, hen parten te spelen bij de toelatingsselectie.

“Maar motivatie is toch ook een belangrijk selectiecriterium”, aldus Bussemaker. “En die is bij vluchtelingen vaak groot.”

Dat bleek wel uit de verhalen van de aanwezige vluchtelingen. Iemand leert én Nederlands in een sneltreintempo én probeert de vwo-vakken scheikunde en natuurkunde te halen om geneeskunde te kunnen doen. Een ander werkt keihard om de achterstand in te halen die hij heeft opgelopen.

Geduld opbrengen

Allemaal klaagden ze over de verloren tijd in het azc, waar het onmogelijk was om te leren, zelfs voor degenen die vanwege hun leeftijd wettelijk een leerplicht hadden.

Emine Igdi is een van de studenten die aan de VU een schakeljaar en een studie antropologie hebben afgerond. Ze heeft nu een baan bij de vluchtelingstudentenorganisatie UAF en doet één dag per week onderzoek bij de afdeling antropologie.

“Het eerste jaar van mijn studie was moeilijk”, zei ze. “Alle andere studenten waren Nederlands en de docenten praatten heel snel. Mensen moesten dus nogal veel geduld voor mij opbrengen, maar gelukkig hebben antropologen dat wel.”

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.