Nederland behoort nog altijd tot de EU-landen met de laagste werkloosheid onder recent afgestudeerden. In Griekenland heeft meer dan de helft geen baan en ook in Italië en Kroatië hebben jongeren het moeilijk.
Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Europese statistiekbureau. Onderstaande kaart (gemaakt door het HOP) laat zien wat de sterke en zwakke landen zijn: de groene landen doen het beter dan de rode, oranje en gele landen.
Eén tot drie jaar na afstuderen heeft meer dan negentig procent van de Nederlandse jongeren een baan. Alleen Duitsland, Oostenrijk en Malta scoren hoger. In Griekenland is dat wel anders. Zelfs met een goed diploma op zak kan slechts 45 procent van de jongeren daar een baan vinden.
Het Europese gemiddelde komt uit op 81 procent. Overigens is de rest misschien niet altijd ‘werkloos’, want daarvoor moet je op zoek zijn naar een baan. Er zijn altijd mensen die liever thuis blijven of om gezondheidsredenen niet kunnen werken.
Altijd al hoog
Vlak voor de economische crisis vond bijna 97 procent van de Nederlandse hoogopgeleide jongeren een baan. Daarmee stond Nederland binnen Europa aan kop. Tot en met 2011 veranderde er nog niet zoveel, al kalfde het succes een klein beetje af.
In Griekenland was altijd al een tamelijk grote werkloosheid, ook onder hoogopgeleiden. In de jaren vlak voor de crisis vond maar zeventig procent werk.