Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
27 maart 2024

Studentenleven
& Maatschappij

Geld krijgen kost universiteiten een boel geld

Voor elke euro onderzoekssubsidie moeten de Nederlandse universiteiten 74 cent uit eigen zak bijleggen, blijkt uit een nieuw rapport. Maar dat doen ze graag, zegt Karl Dittrich van universiteitenvereniging VSNU.

Als een wetenschapper een mooie onderzoeksbeurs in de wacht sleept of met het bedrijfsleven samenwerkt, moet de universiteit ook over de brug komen. De vakgroep heeft werkruimte en ondersteuning nodig. De onderzoekers maken gebruik van apparatuur en laboratoria. En soms moet de onderzoeksgroep worden uitgebreid.

Veel onderzoeksgeld

Zoals het in jargon heet: de universiteiten moeten de onderzoekssubsidies matchen met geld uit hun gewone overheidsfinanciering, de ‘eerste geldstroom’. In principe zijn universiteiten vrij om hun eigen budget te besteden zoals ze willen, maar in de praktijk wordt dus een groot deel ingezet voor matching.

Helemaal niet erg, vindt voorzitter Karl Dittrich van universiteitenvereniging VSNU. “Want je kunt het ook andersom zien: onze eerste geldstroom werkt als een hefboom. Hij levert geld op. Dankzij de ‘eerste geldstroom’ verkrijgen we veel onderzoeksgeld, bijvoorbeeld uit Europa.”

Financiering uit het bedrijfsleven

Onderzoekssubsidies en financiering uit het bedrijfsleven vormen een steeds groter deel van de universitaire financiering: de omvang is in tien jaar tijd bijna verdubbeld. In opdracht van de Nederlandse universiteiten en de ministeries van OCW en EZ keken accountants van Ernst & Young daarom naar de uitgaven van universiteiten aan het matchen van deze subsidies.

Nederland lijkt geen uitzondering. De uitkomsten van het matchingsonderzoek zijn vergelijkbaar met soortgelijk onderzoek in andere landen, stelt Karl Dittrich. Hij klaagt daarom niet over de grote druk van de subsidies op de eerste geldstroom, al moet die wel groot genoeg blijven.

Vrijheid verliezen

Toegegeven, universiteiten verliezen enige vrijheid als ze meer projecten in de wacht slepen dan ze hadden verwacht. Ze houden dan immers minder geld over om naar eigen inzicht te besteden. Maar de wal keert in zo’n geval het schip, meent Dittrich.

“Als je in 2014 heel succesvol bent, vraag je in 2015 en 2016 gewoon iets minder aan. Ik was in Duitsland bij de Humboldt-Universität en daar vertelde iemand dat ze daar geen nieuwe projecten konden aanvragen door alle successen in eerdere jaren. Zo gaat dat dan.”

Matchingsbehoefte

De totale eerste geldstroom bedraagt bijna 3,5 miljard euro, waarvan 1,7 miljard voor onderwijs is bestemd en 1,8 miljard voor onderzoek. De ‘matchingsbehoefte’ is meer dan 1,1 miljard euro. Alles bij elkaar zou er voor de universiteiten 653 miljoen euro overblijven voor vrije besteding aan onderzoek, schatten de accountants.

Voor hun onderzoek hebben ze zes universiteiten onder de loep genomen: TU Delft, TU Eindhoven, Universiteit Maastricht, Wageningen Universiteit, Universiteit Leiden en Universiteit van Amsterdam.

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.