Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
28 maart 2024

Campus
& Cultuur

‘De VU heeft ons gewoon de arena ingegooid’

Brandende vraag aan Peter Nijkamp, de ruimtelijk econoom die onlangs door de commissie-Struiksma werd vrijgesproken van wetenschappelijke fraude: waarom heeft hij zijn data niet eerder ter beschikking gesteld aan journalisten en wetenschappers die daar om vroegen?

Voor Nijkamp is het een no-brainer: “Ik ga mijn data niet overhandigen aan een journalist die eerst onware dingen over mij beweert en klakkeloos de beschuldigingen van een anonymus overschrijft. Ik ben dat ook niet verplicht.”

“Bovendien: die data bevatten bedrijfsgevoelige informatie van topmensen van onder andere Philips Research, KLM en de Rabobank. Die heb ik gekregen op voorwaarde dat ze vertrouwelijk zouden blijven.”

Nijkamp had wel de Leidse hoogleraar statistiek Richard Gill, die zich ook met de zaak bemoeide, toegezegd zijn data te overhandigen ter controle van zijn wetenschappelijke publicaties. “Maar toen kwam de derde klacht van onze anonieme vriend, waar de commissie-Struiksma op werd gezet. Toen ging het dossier dicht en mocht ik die data niet meer aan derden geven. Zo zijn de regels.”1

Rouwig is hij er niet om dat hij Gill die data uiteindelijk niet heeft kunnen geven: “Hij heeft in het verleden nou ook niet echt de indruk gewekt dat hij te goeder trouw was.”

Plagiaat

Een korte samenvatting van het voorafgaande: de promotie van ruimtelijk econoom Karima Kourtit werd in het voorjaar van 2013 uitgesteld vanwege een anonieme klacht. Een commissie onder leiding van emeritus hoogleraar Pieter Drenth concludeerde dat er sprake was van een zekere vorm van plagiaat en dat Kourtit mocht promoveren als ze haar proefschrift aanpaste

Er volgden nog twee anonieme klachten waardoor niet alleen Kourtit, maar ook haar promotor Nijkamp onder vuur kwamen te liggen. Kourtit kreeg – samen met Nijkamp – een tweede commissie-Drenth voor haar kiezen; Nijkamps werk werd door twee andere commissies, Zwemmer en Struiksma, gecontroleerd op respectievelijk plagiaat en wetenschappelijke fraude, waarbij in het laatste geval ook weer Kourtit werd meegenomen. Zwemmer verweet Nijkamp ‘questionable research practice’, maar de VU nam afstand van dat oordeel.

Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) wees, onafhankelijk van Zwemmer, vorig jaar alle beschuldigingen van plagiaat van de hand en tikte de VU zelfs op de vingers wegens onder meer de onzorgvuldige manier waarop ze de zaak in de publiciteit bracht. Struiksma pleitte Nijkamp onlangs vrij.

Broddelwerk

Struiksma kreeg, in tegenstelling tot journalisten en collega’s die daar via de media om vroegen, alle onderzoeksdata waar hij Nijkamp en Kourtit om vroeg. Nijkamp zegt het grootste respect voor de commissie te hebben en voor het werk dat ze heeft gedaan. Dat was anders met de vorige commissies die zijn werk tegen het licht hielden. Voor de beide commissies-Drenth, die het werk van Kourtit en deels dat van Nijkamp tegen het licht hielden, heeft hij geen goed woord over en het rapport van de commissie-Zwemmer is volgens hem “absoluut broddelwerk.”

Struiksma concludeert dat de beschuldigingen van de anonieme klager nergens doel treffen. Het gaat hoogstens om vage begrippen en misverstanden over definities en aantallen. Zo verschillen Nijkamp en de anonymus van mening over wat je tot de groenpartijen in een stad als Marseille mag rekenen. Dat het strand daartoe ook behoort, was de anonymus ontgaan.

Ook over wat precies een hightech bedrijf is, worden Nijkamp en zijn kwelgeest het niet eens. De laatste baseerde er zijn beschuldiging op dat Nijkamp sjoemelde met het aantal onderzochte bedrijven voor een artikel.

Toch sijpelt er wel subtiele kritiek door in het rapport van Struiksma. Zo staat er een aantal keren nadrukkelijk vermeld dat het niet de taak van de commissie is een oordeel te vellen over de kwaliteit van Nijkamps wetenschappelijke werk. Soms ontstaat het beeld dat Nijkamp niet altijd even nauwkeurig en consequent is geweest.

Nijkamp verklaart dat met het feit dat hij dezelfde data gebruikte voor verschillende artikelen met net een iets andere focus of met andere auteurs; daardoor kon er weleens een verschuiving ontstaan in de definitie van wat bijvoorbeeld een bedrijf in de hightech branche is of de creatieve sector. “Maar dat heeft met wetenschappelijke integriteit niets van doen”, aldus Nijkamp.

Oncoloog

Over de kwaliteit van zijn werk deed een VU-collega van hem, econoom (geen ruimtelijk econoom) Pieter Gautier, tegen Advalvas een tijd geleden een paar boude uitspraken. Nijkamp zou publiceren in tijdschriften van het laagste allooi, beweerde Gautier. “Waar je als wetenschapper je artikelen eigenlijk beter niet naartoe kunt sturen.”

Nijkamp wordt er heel boos om. “Het stoort me dat een niet-vakgenoot dat over mij durft te zeggen. Alsof een tandheelkundige zich een oordeel kan aanmatigen  over de kwaliteit van het werk van een oncoloog. Gautier zou zich diep moeten schamen.”

Ja, een derde van de bladen waar hij in publiceert, is wetenschappelijk niet heel zwaar. “Maar het gaat mij ook om het zo breed mogelijk verspreiden van kennis, zo’n groot mogelijk publiek te bereiken. Ik vind dat belangrijk, het is mijn ideaal. Maar dat ik daarnaast niet in internationale topbladen zou publiceren, is geheel bezijden de waarheid. Ik heb met regelmaat gepuliceerd in journals van wereldklasse die een nog veel grotere impactfactor hebben dan bijvoorbeeld American Economic Review. Ik behoor qua performance en impact tot de meest gerespecteerde economen ter wereld. Ik heb daar keihard voor geknokt.”

Ondanks de kritiek, in de nasleep van de beschuldigingen, op het extreem hoge aantal publicaties op Nijkamps naam, is hij daar gewoon mee doorgegaan. De afgelopen twee jaar heeft hij weer 120 artikelen in verschillende internationale tijdschriften gepubliceerd, “waaronder een aantal zeer zware.” Een lijst met deze publicaties stuurt hij later als bewijs per mail.

Dubbele pet

Hij overhandigt ook het rapport van de commissie Drenth 1, die het proefschrift van Kourtit onderzocht. Het rapport is nooit openbaar gemaakt. Drenth verwijt Kourtit en Nijkamp in het rapport, dat in bezit is van de Advalvas-redactie, zo vaak te hebben gedaan aan ‘zelfcitatie’ (hergebruik van zinnen uit eerdere artikelen) dat er sprake is van plagiaat. “Drenth verzint gewoon zelf regels ten aanzien van zelfcitatie”, zegt Nijkamp. Over het hergebruik van eigen teksten, in de media ‘zelfplagiaat’ genoemd, zijn inderdaad pas door de zaak Nijkamp iets duidelijker regels gekomen in de gedragscode wetenschapsbeoefening van de universiteitenkoepel VSNU.

Hij heeft erover geruzied met het college van bestuur, onder andere over de dubbele pet van de VU-ombudsman, die èn als een boven alle partijen staande bemiddelaar de klacht moest behandelen, èn als oordeelsrechter in de commissie-Drenth zat. Nadat de VU beloofde het woord ‘plagiaat’ niet in de media te gebruiken, besloot Kourtit af te zien van een beroep tegen de commissie bij het LOWI. “Zes weken later sprak de VU toch van plagiaat, maar toen was de mogelijkheid om in beroep te gaan, verstreken”, vertelt Nijkamp. “En toen was er inmiddels reeds een tweede anonieme klacht.”

Hij vindt dat de VU ernstig tekort is geschoten. Het landelijke integriteitsorgaan LOWI heeft de VU daar ook om bekritiseerd. De VU heeft een aantal fouten ook toegegeven, onder andere de dubbele pet van de ombudsman. Het College voor de Rechten van de Mens verweet bovendien de VU niet voldoende te hebben onderzocht wat ze kon doen om Kourtit te beschermen tegen de vaak ronduit seksistische en racistische verhalen over haar in de media.

Karaktermoord

Nijkamp spreekt van karaktermoord. Hij wil excuses van de VU. “Ik ben persoonlijk geraakt omdat er aan mijn eerlijkheid is getwijfeld.”

De VU was echter door de zaak ook in een lastig parket gebracht. De anonieme aanklacht werd, voordat de VU er zelfs maar een besluit over had kunnen nemen, breed uitgemeten in de media, samen met geruchten en roddels over Nijkamp en Kourtit en anderen. Hoe had de VU volgens hem moeten reageren?

“Ze had zich moeten afvragen of de klager zuivere motieven heeft”, antwoordt Nijkamp. “Ze had haar toegewijde medewerkers uit de vuurlinie moeten houden. Maar we zijn gewoon de arena ingegooid, en de VU nam een Pilatus-houding aan, van: wij wassen onze handen in onschuld. En ze heeft bepaalde zaken, zoals Kourtits naam, zelf in de publiciteit gebracht. Weet je dat er jaarlijks vele  klachten binnenkomen over medewerkers, aan elke universiteit? Die worden allemaal vertrouwelijk afgehandeld. Waarom kon dat met deze klacht niet?”

Karima Kourtit promoveerde intussen vorig jaar ook nog – cum laude –  aan de Poolse Adam Mickiewicz University op een proefschrift met een titel die sterk deed denken aan de titel van haar eerste, uitgestelde proefschrift. Haar promotor was Nijkamp. “Het is een ander proefschrift”, zegt hij. “Er staan twee hoofdstukken uit het oude proefschrift in, op een totaal van vijftien.” Dat betekent dat Kourtit tegelijkertijd aan twee promoties heeft gewerkt, een bijna bovenmenselijke prestatie.

Leuke dingen

“Ze is net zo gek als ik”, verklaart Nijkamp. “Ze werkt dag en nacht, ze is een vrouw met een eigen karakter. Ook zij vecht net zolang door totdat haar naam is gezuiverd.”

De VU moet ruiterlijk erkennen dat ze fout heeft gehandeld en dat Kourtit en Nijkamp daardoor schade is toegebracht, zegt Nijkamp. En als de VU dat niet doet? “Het is evident dat er dan gevolgen zijn”, zegt Nijkamp. “Dat is geen dreigement, dat is hoe het zal gaan.”

Wat de anonieme klager betreft, dat is volgens Nijkamp een collectief. “Dat zie je aan de stijlverschillen in de klachten.” Nijkamp lijkt verdachten op het oog te hebben, maar weigert er iets over te zeggen. Was er zoveel kinnesinne op de afdeling ruimtelijke economie? “Ik verzamel jonge mensen om me heen die opvallen door hun inzet en ambitie. Natuurlijk heb je altijd mensen die buiten de boot vallen.” Het beeld van een koninkrijk, dat Nijkamp volgens sommige media zou hebben gesticht op de afdeling, hij herkent zich er niet in.

Intussen blijft hij, 69 inmiddels, “leuke dingen” doen. Hij is bezig met de oprichting van een internationale denktank op zijn vakgebied. “Ik wil mijn hersenen blijven pijnigen met interessante kwesties. Ik werk, in goede gezondheid,  meer en harder dan ooit tevoren.”

Nijkamp heeft zijn grieven op schrift gesteld in een stuk dat hij zijn ‘speaking notes’ noemt. Dat stuk is hier te lezen. Morgen de reactie van VU-rector Vinod Subramaniam op deze site.

Voetnoot:

1. [De VU zegt hierover: ‘Dit is onjuist. Aan wie Nijkamp data ter beschikking stelt, is aan hem. Het is hem niet verboden data ter beschikking te stellen aan anderen dan aan de commissie Struiksma. In artikel 3.3 van de Code Wetenschapsbeoefening van de VSNU is juist bepaald dat onderzoeksgegevens ten behoeve van de controleerbaarheid op aanvraag ter beschikking moeten worden gesteld aan andere wetenschappers.’]

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.