Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
28 maart 2024

Campus
& Cultuur

‘De medezeggenschap waakt over de menselijke maat’

De medezeggenschap moet waken over de menselijke maat op de universiteiten nu door de steeds toenemende economisering van de wetenschap iedereen ieders concurrent is geworden. Dat is de boodschap van Ottho Heldring bij zijn afscheid gisteren als voorzitter van de ondernemingsraad.

“De uitverkoop van de universiteit is in volle gang”, hield Heldring zijn gehoor voor. “Het universitaire onderwijs en onderzoek zijn onderdeel geworden van het economische, sociale, politieke en culturele systeem, dat ze zelf hebben helpen opbouwen. We worden binnen de universiteit hier op een hardhandige manier mee geconfronteerd.”

Doordat het marktdenken doorwerkt tot op de werkvloer zijn wetenschappers concurrenten van elkaar geworden, constateert Heldring. “De universiteiten zijn onderworpen aan een kunstmatig geconstrueerde markt, waarin ze met elkaar moeten concurreren en hun vitaliteit en productiviteit moeten bewijzen. Die concurrentie geldt ook op het niveau van wetenschappelijke opleidingen en onderzoeksprogramma’s. Zelfs de individuele docenten en onderzoekers moeten in het huidige universitaire bestel constant hun eigen productiviteit bewijzen.’’

Koekjesfabriek

De onderlinge concurrentie van universiteiten leidt er volgens Heldring inderdaad toe dat ze steeds meer op een koekjesfabriek gaan lijken. “Het bestuur van de universiteit gaat optreden als een quasi-kapitalist die de productiemiddelen van het symbolisch kapitaal zo efficiënt mogelijk probeert in te zetten, met fatale gevolgen. De moderne wetenschap gaat goed beschouwd aan haar eigen maatschappelijke en culturele succes ten onder. Al ons werk raakt in de ban van veelzeggende metaforen. Wetenschap is topsport; zij die niet willen concurreren en excelleren hebben eigenlijk niets op de universiteit te zoeken; de onderzoeksubsidies, de prijzen en de medailles, zijn een bevestiging van de betekenis van het universitaire werk.”

Waakhond

“Wat kan de medezeggenschap doen om hieraan een tegenwicht te bieden?” vroeg Heldring zich hardop af. “Kan ze op tegen de maatschappelijke krachten die de universiteit inschakelen in de symbolische productie van de hedendaagse samenlevingen?’’ Maar een echt antwoord had ook hij niet. “De medezeggenschap worstelt met het geven van antwoorden. Ze gaat daarbij uit van de aspiraties en verlangens van mensen van vlees en bloed met echte studies, echte banen en echte levens die het waard zijn om geleefd te worden. Ze wil dienstbaar zijn aan een universiteit en een maatschappij die een goed leven voor allen bevorderen. Dat goede leven is geen productiviteits- of schoonheidswedstrijd en mag daaraan ook niet ondergeschikt gemaakt worden. Ik hoop dat de medezeggenschap niet nalaat daar constant op te blijven wijzen.’’

Bang

Docent organisatiewetenschappen Ida Sabelis herkent zich helemaal in de analyse van Heldring, zei ze in haar speech.  “De vermarkting van het academisch bedrijf maakt mensen bang, voorzichtig, op zichzelf teruggeworpen.” Volgens haar is het niet eenvoudig dit proces te veranderen. “Het is moeilijk voor universiteiten omdat ook die onderhevig zijn aan het maatschappelijk discours over onzekerheid, ambiguïteit en gebrek aan transparantie. Universiteiten kunnen niet anders dan zichzelf vervormen, waarmee ze het zelfvertrouwen van wetenschap ondermijnen. En medewerkers laten dolen in een web van regelingen, vinkjes zetten, en protocollen bewaken. In dat laatste heeft en houdt de medezeggenschap volgens mij haar taak: het bewaken en telkens weer aan de orde stellen van de menselijke maat omdat niemand anders in dit systeem, van het CvB tot secretaresses, van IT-ers tot promovendi, van onderwijsmedewerkers tot hoogleraren, zich kan onttrekken aan ‘het systeem’. De medezeggenschap is dan bij uitstek een plaats om het menselijke, het niet-organiseerbare, boven water te houden. We hebben de medezeggenschap nodig om de perverse effecten van hoe we elkaar gevangen houden een beetje te dempen.’’

Best goed

Docent geschiedenis Ronald Kroeze wilde graag een tegengeluid laten horen. “We moeten niet net doen of de Nederlandse universiteiten op sterven na dood zijn of failliet dreigen te gaan. Met relatief weinig geld worden geweldige prestaties geleverd.” Hij liet wat cijfers zien. Alle Nederlandse universiteiten horen tot de vijf procent van ’s werelds beste wetenschappelijke instellingen bijvoorbeeld. En de wetenschappelijke productie per geïnvesteerde euro is een van de hoogste ter wereld. Wel ziet hij een potentieel gevaarlijke dreiging op de universiteiten afkomen: het aantal docenten met een vaste aanstelling is de afgelopen jaren flink gedaald, terwijl het aantal managers in de hogere salarisschalen juist stevig toeneemt. “Laten we ervoor waken dat de kwaliteit van onderwijs en onderzoekend leidend blijft. Ook dat is een taak voor de medezeggenschap”, aldus Kroeze.

Wetenschappelijke genen

Docent natuurkunde Ben Bakker denkt dat het wel goed zal komen. Volgens hem zit de zorg voor goed onderwijs en onderzoek in de Nederlandse genen ingebakken. Hij wees er op dat de stad Leiden als dank voor het verzet tegen de Spaanse belegeraars in 1575 een universiteit cadeau kreeg van de Staten van Holland. Een mooier cadeau voor de burgers was volgens hem nauwelijks denkbaar. En die eeuwenlange hunkering naar kennis heeft er voor gezorgd dat de Nederlandse universiteiten nog steeds tot de wereldtop horen.

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.