Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
28 maart 2024

Wetenschap
& Onderwijs

Bahar Mehmani

‘De coronacrisis zal de kloof tussen mannen en vrouwen vergroten’

Als vrouwelijke wetenschappers minder productief worden in gebieden met een scholenlockdown, betekent dit dat de zorgtaken thuis niet eerlijk worden verdeeld, zegt onderzoeker Bahar Mehmani.

De coronacrisis speelt vrouwelijke wetenschappers parten, blijkt uit onderzoek van Elsevier, uitgever van wetenschappelijke tijdschriften. Volgens dat onderzoek is het aantal wetenschappelijke artikelen dat tijdens de coronacrisis is ingediend, in het algemeen flink gestegen, maar blijven vrouwelijke wetenschappers achter bij hun mannelijke collega’s. Dat komt doordat bij de vrouwen thuis de zorg voor de kinderen niet eerlijk is verdeeld, stelt een van de auteurs van het Elsevier-onderzoek, Bahar Mehmani.

Hoewel de productiviteit van vrouwelijke wetenschappers minder is gestegen dan die van de mannelijke, is die wel degelijk gestegen. Hoe is dat eigenlijk te verklaren? Ik neem aan dat het niet alleen om coronagerelateerd onderzoek gaat.
“Ik heb er geen hardcore bewijs voor, maar de algemene aanname is dat thuiswerken de efficiëntie vergroot. We forenzen niet meer, bijvoorbeeld, en hebben minder onderwijstaken, ook al moeten we nu natuurlijk online colleges verzorgen. Hoe dan ook vindt er een herschikking plaats van onze prioriteiten, waardoor we meer tijd overhouden voor dingen waar we eerst niet aan toe kwamen. Het gaat ook niet alleen om onderzoeken die mensen gestart zijn tijdens de coronacrisis. Veel mensen hadden nog dingen op de plank liggen die ze nu hebben afgemaakt en ingediend. Ook gaat inderdaad niet alle onderzoek over het coronavirus zelf, maar mensen zijn wel nieuwsgierig naar de impact van corona in hun specifieke aandachtsgebied, dus veel onderzoek gaat wel degelijk over coronagerelateerde verschijnselen.”

U hebt aangetoond dat vrouwen qua productiviteit achterblijven op mannen, en concludeert dat dit komt doordat zij een onevenredig deel van de huishoudelijke en zorgtaken voor hun rekening nemen. Maar dat blijft een hypothese, nietwaar?
“Hard bewijs hebben we er niet voor, maar sterke aanwijzingen wel. We hebben gekeken naar het aantal publicaties dat is ingediend, maar ook naar het aantal verzoeken dat onderzoekers hebben gekregen om artikelen van andere onderzoekers te peer-reviewen en dat ze hebben afgewezen. Daaruit blijkt dat vrouwelijke wetenschappers in een gevorderd stadium van hun carrière tijdens de coronacrisis zijn achtergebleven qua productiviteit. Dat gaat dus om dertigers en veertigers met veelal schoolgaande kinderen. Daarnaast hebben we met behulp van de Google Mobility Reports gekeken of er in het woongebied van de onderzoekers sprake was van een lockdown van de scholen. Daaruit concluderen we dat vrouwen zijn benadeeld doordat ze veel tijd kwijt waren aan de zorg voor en begeleiding van hun kinderen.”

Nu zijn er best veel onderzoeken van vóór de coronacrisis waaruit blijkt dat deze groep vrouwen altijd al minder artikelen indient, en dat dit komt door structureel seksisme in de academische wereld.
“In die onderzoeken wordt niet alleen gekeken naar het aantal ingediende artikelen, maar ook naar de artikelen die worden goedgekeurd en geaccepteerd, en naar de citatiescore en dergelijke. Daar hebben wij niet naar gekeken, dat gaan we nog doen in het vervolgonderzoek hierop. Voor de coronacrisis was het aantal ingediende en gepubliceerde artikelen door vrouwen ook lager, maar bijvoorbeeld hun citatiescore was niet significant veel lager dan die van mannen…”

De kwaliteit van hun artikelen is dus hoger dan die van mannen!
“Haha, daar ga ik geen uitspraken over doen. De citatiescore geldt als een belangrijke graadmeter, en je kunt erover discussiëren of dat terecht is. Het is ook bekend dat vrouwen minder dan mannen te werk gaan volgens het salamiprincipe, waarbij één onderzoek in tien plakjes wordt gesneden, met evenzoveel publicaties als gevolg.”

Maar wat is nu precies het verschil tussen de lagere productiviteit van vrouwen voor en tijdens de coronacrisis?
“Het blijkt dat de crisis voor iedereen een kans is om te publiceren en daarmee hun carrière een spurt te geven, maar dat vrouwen minder gebruik hebben kunnen maken van die kans, hun productiviteit blijft meer achter op die van mannen dan vóór de coronacrisis. Dat zal de kloof tussen mannelijke en vrouwelijke wetenschappers alleen maar vergroten.”

Maar is het wetenschappelijk verantwoord om die verlaagde productiviteit en de lockdown van de scholen te correleren?
“Nou, het gaat om robuust, wereldwijd onderzoek, dus statistisch gezien valt er weinig te betwisten.”

Nu is de VU al voor de coronacrisis begonnen met het verleggen van de nadruk op publiceren naar andere factoren die belangrijk zijn voor een wetenschappelijke carrière, zoals onderwijsvaardigheden en teamspirit.
“Dat is goed om te horen. Een van onze aanbevelingen is ook dat er bij de beoordeling van het werk van wetenschappers tijdens de coronacrisis minder nadruk wordt gelegd op publicaties. Minstens zo belangrijk is dat een wetenschapper kennis kan overdragen en weet hoe je moet samenwerken in teamverband.”

Als vrouwen lijden onder het feit dat thuis de zorgtaken niet eerlijk worden verdeeld, profiteren de mannelijke wetenschappers dus van datzelfde feit. Moeten zij niet ook aan de bak, wat de zorg voor hun kinderen betreft?
“Ik wil dit niet bij individuen leggen. Er is een culturele omslag nodig. Als ik met mijn kind naar het Jeugdjournaal kijk en ik zie hoe in de speelgoedreclames daar omheen nog steeds een enorme gender-bias zit, met lego voor jongens en poppen voor meisjes, dáár moet echt hoognodig iets aan veranderen.”