Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
28 maart 2024

Campus
& Cultuur

Jean Pierre Karabaranga

Ambassadeur Rwanda:‘Genocide was georganiseerd’

In Rwanda werden in 1994 naar schatting een miljoen mensen vermoord in honderd dagen tijd, vooral Tutsi’s. Het was geen spontane volkswoede, zoals westerse media vaak schreven, maar een georganiseerde massamoord, stelde de ambassadeur van Rwanda in Nederland Jean Pierre Karabaranga gisteren in een lezing aan de VU.

De ambassadeur sprak in het kader van het honoursprogramma International Development. “De volkerenmoord kwam niet uit de lucht vallen”, zei hij. De moordpartijen door de Hutu-meerderheid begonnen op 6 april. De dag daarvoor was het vliegtuig van de zittende president neergeschoten, die daarbij omkwam. Die president probeerde juist vredesonderhandelingen te voeren met het rebellenleger van de Tutsi’s, dat vanuit het buurland Oeganda opereerde.

Dat rebellenleger bestond vooral uit de Tutsi’s die in de decennia daarvoor waren gevlucht voor eerdere pogroms, zoals in 1959. Toen overleed de toenmalige koning na een bezoek aan een Belgische arts. De Hutu’s dachten dat hij vermoord was en namen wraak op de Tutsi’s, die door de Belgische overheersers op de belangrijkste machtposities waren geplaatst. De vluchtelingen mochten later niet terugkeren naar Rwanda omdat de toenmalige Hutu-regering zei dat het land daarvoor te klein was. Na de onafhankelijkheid in 1962 namen de Hutu’s de regeringsmacht over omdat zij getalsmatig veruit in de meerderheid waren.

Koloniaal verleden

En daarmee stipte Karabaranga de koloniale oorsprong van veel problemen in Afrika aan. Hij legde uit dat Afrika op de zogeheten Berlijnse conferentie van 1884 tussen de westerse mogendheden was verdeeld. Daarvoor was Rwanda een redelijk stabiel onafhankelijk koninkrijk, maar na de conferentie viel het in Duitse handen. Vanuit Rwanda veroverden de Duitsers verschillende omliggende onafhankelijke Hutu-koninkrijken.

In de Eerste Wereldoorlog veroverden de Belgen Rwanda en hielden tot aan de onafhankelijkheid in 1962 de macht over het land. De Belgen voerden in 1933 een verplichte registratie in van de identiteit van de inwoners. Op de persoonsbewijzen kwam te staan of ze Hutu of Tutsi waren.

Passief toekijken

Ook na de onafhankelijkheid bleven de Belgen aanwezig in Rwanda. Zo waren er militairen in het land in het kader van een VN-vredesmacht toen in 1994 de moordpartijen begonnen. “Het Rwandese leger viel de eerste dag bewust de Belgische militairen aan in de hoop dat ze het land zouden verlaten”, zei Karabaranga. En dat gebeurde ook. Volgens de ambassadeur bleven de VN passief toekijken omdat de Veiligheidsraad geen beslissing kon nemen. “De bevelhebber van de VN-troepen had al eerder gemeld dat er wapens werden uitgedeeld onder Hutu-milities, maar mocht daar van zijn bazen niet tegen optreden. De VN-militairen waren er alleen om de situatie te monitoren, niet om in te grijpen.”

Er kwam pas een einde aan de moordpartijen toen het Tutsi-rebellenleger erin in slaagde de hoofdstad te bezetten.

Stadia van genocide

Karabaranga legde uit dat genocide, niet alleen in Rwanda maar ook elders, in verschillende stadia verloopt. Het begint met categoriseren, het aanbrengen van onderscheid tussen verschillende bevolkingsgroepen. Dan volgt discriminatie van een bepaalde groep, meestal de minderheid die wordt buitengesloten door de meerderheid. Vervolgens wordt die groep gecriminaliseerd. Zo zouden de Tutsi’s de veiligheid van de staat in gevaar brengen. De volgende stap is dehumanisering. De Tutsi’s werden afgeschilderd als slangen die vertrapt moesten worden. En daarna kunnen ze vermoord worden zonder schuldgevoelens, want je vijand moet je vernietigen tenslotte.

Karabaranga wees erop dat het proces daarmee niet is afgelopen. “Na de moorden kwam de ontkenning en de bagatellisering. Het zou maar om een paar duizend doden gaan, het was hun eigen schuld en bovendien zouden de Tutsi’s elkaar hebben vermoord. Daarom is het herdenken en overdenken van wat er is gebeurd zo belangrijk. Als we het vergeten of verdoezelen ligt de weg naar de volgende genocide open.”

Daarbij refereerde hij aan het belang van de dodenherdenking op 4 mei in Nederland. Hij riep de in de zaal aanwezige studenten op daaraan deel te nemen. “Juist de jongeren die het niet bewust hebben meegemaakt moeten de herinnering aan het kwaad wakker houden om het in de toekomst te voorkomen.” In Rwanda is 7 april de officiële gedenkdag van de genocide. Maar op veel plekken zijn comités bestaande uit verschillende bevolkingsgroepen opgericht om de herinnering aan de gebeurtenissen levend te houden en juist om samen te werken.

Toekomst

Momenteel gaat het vrij goed met Rwanda. Het is een van de veiligste en stabielste landen van Afrika met een fors groeiende economie. Hoe heeft het land dat voor elkaar gekregen? De ambassadeur: “De regering die na de massamoord aan de macht kwam zag in dat de problemen alleen op te lossen zijn door samen te werken, niet door wraak. De boodschap was: dream big, stay together. Met goed leiderschap kan je in een land heel wat bereiken.”

Over de vraag of hij optimistisch is, moet hij even nadenken. “Rwanda heeft bij de Verenigde Naties het initiatief genomen voor een verklaring waarin regeringen beloven verantwoordelijkheid te nemen in het voorkomen van moord op bevolkingsgroepen. Van de bijna tweehonderd aangesloten landen hebben er maar zo’n veertig die verklaring ondertekend. Dat geeft te denken. Gelukkig heeft Nederland die verklaring wel onderschreven.”

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.