Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
26 maart 2024

Studentenleven
& Maatschappij

Alom vragen en verbazing over Kabinetsplan sociaal leenstelsel

Vandaag heeft minister Bussemaker haar plannen voor het afschaffen van de basisbeurs en het instellen van een sociaal leenstelsel naar de Kamer gestuurd. In de politieke discussie daarover lopen de gemoederen hoog op. Hieronder drie reacties, van D66, de Raad van State, en de studentenbonden ISO en LSVB.

D66: “Zonder investeringen geen steun aan het leenstelsel”

Raad van State vraagt zich af waar opbrengst leenstelsel blijft

Studentenorganisaties boos op Bussemaker

D66: “Zonder investeringen geen steun aan het leenstelsel”

D66-Kamerlid Paul van Meenen is onverminderd kritisch over het leenstelsel dat minister Bussemaker wil invoeren. “Als deze minister doorgaat met bezuinigen op onderwijs, kan zij van ons geen steun verwachten.”

D66 wil extra investeringen in de volle breedte van het onderwijs, naast de opbrengst van het leenstelsel. Vanaf de start was dit voor de oppositiepartij een belangrijke voorwaarde om de invoering van het sociaal leenstelsel te steunen. Van Meenen: “Het leenstelsel was bedacht om geld vrij te maken voor onderwijs. Het heeft dus weinig zin als de minister met haar andere hand geld weghaalt uit het onderwijs.”

Hij vindt het opvallend dat het kabinet niets doet aan de toegankelijkheid van het onderwijs. Het voert een leenstelsel in, maar schrapt ook de aanvullende beurs voor studenten met onvindbare of weigerachtige ouders. “Ook zij moeten een opleiding kunnen volgen”, vindt Van Meenen.

Het kabinet heeft de steun van D66 en ook GroenLinks hard nodig om onder meer het leenstelsel door de Eerste Kamer te krijgen. De onderhandelingen daarover verlopen in een positieve sfeer, maar hebben nog weinig opgeleverd. Maandag worden ze voortgezet.

 

 

 

Raad van State vraagt zich af waar opbrengst leenstelsel blijft

De Raad van State heeft kritiek op het wetsvoorstel waarmee het kabinet een leenstelsel voor masterstudenten wil invoeren. Afgestudeerden blijven te lang rondlopen met een studieschuld en het is niet duidelijk hoe de minister de opbrengsten gaat herinvesteren.

De studieschuld kan 27 jaar lang op afgestudeerden blijven drukken, stelt de Raad van State bezorgd vast in haar advies aan minister Bussemaker. Daardoor is het voor hen jarenlang moeilijker om andere leningen als een hypotheek aan te gaan. Door de terugbetaaltermijn op te rekken van vijftien naar twintig jaar daalt weliswaar het maandelijkse aflossingsbedrag, maar betalen afgestudeerden uiteindelijk een groter deel van hun schuld – en meer rente – terug, merkt de raad verder op.

Minister Bussemaker legitimeert het afschaffen van de basisbeurs steevast door te wijzen op de extra onderwijsinvesteringen die ze met het geld zal doen. Studenten mogen zelf meer bijdragen aan hun opleiding, vindt het kabinet. Maar het is de Raad van State niet duidelijk hoe ze de opbrengsten van het leenstelsel precies gaat herinvesteren. De minister moet beter aangeven in welke sectoren ze precies geld wil stoppen en hoe snel ze dat denkt te gaan doen.

In een reactie laat Bussemaker de Raad van State weten dat de opbrengsten “in het bijzonder worden aangewend voor het hoger onderwijs inclusief het direct met het onderwijs verbonden onderzoek in hbo en wo”. Daarbij denkt ze aan programma’s voor excellente studenten, het verbeteren van de vooropleidingen op het hoger onderwijs en verbetering van docentkwaliteit en lerarenopleidingen.

Het advies gaat alleen over het leenstelsel voor masterstudenten. Voor het afschaffen van de beurs voor de bachelor komt een apart wetsvoorstel en dus ook een apart advies.

 

 

 

Studentenorganisaties boos op Bussemaker

Studentenorganisaties ISO en LSVb zijn teleurgesteld over de plannen voor het leenstelsel die minister Bussemaker vanmiddag naar de Tweede Kamer stuurt. Ze zou op geen enkele manier naar hun kritiek hebben geluisterd.

“Minister Bussemaker hoort de plannen van studentenorganisaties en oppositie wel, maar luistert niet”, concludeert ISO-voorzitter Thijs van Reekum. Het ISO en de LSVb vinden het vooral kwalijk dat de minister de aanvullende beurs voor studenten uit arme gezinnen niet wil verhogen. “Terwijl dit zo’n belangrijke voorwaarde is voor de toegankelijkheid”, aldus ISO-voorzitter Van Reekum.

“Een botte bijl”, noemt LSVb-voorzitter Kai Heijneman de plannen van Bussemaker. Over het oprekken van de afbetaaltermijn van vijftien naar twintig jaar is hij niet enthousiast, omdat studenten langer moeten afbetalen en daardoor geconfronteerd worden met een hogere rente. “Dit is een enorme drempel voor de rest van hun leven.”

De studenten vinden het verder “raar” dat de minister de invoering van een leenstelsel voor bachelorstudenten wel met een jaar uitstelt en voor masterstudenten niet. Volgens Heijneman is het onverstandig studenten te ontmoedigen om een master te volgen: “Je komt niet aan het werk met alleen een universitaire bachelor. Studenten hebben een master nodig om zich te specialiseren.”

Van Reekum noemt het voorstel “niet eens een poging tot een goede overgangsregeling.” Volgens hem zijn studenten ooit begonnen aan een studie met het idee dat ze ook studiefinanciering krijgen voor hun masterfase. “Dat wordt nu ineens en op zeer korte termijn veranderd. Onacceptabel, het lijkt wel of er niets geleerd is van de langstudeerboete.”

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.