OPINION
18 May 2022Met de meeste interlandelijk geadopteerden gaat het goed
Subtitel
Het debat over interlandelijke adoptie is weer in alle hevigheid opgelaaid. Stopzetten of doorgaan? Het wemelt van de opinies, maar wat zijn de feiten?
Het debat over interlandelijke adoptie is weer in alle hevigheid opgelaaid. Stopzetten of doorgaan? Het wemelt van de opinies, maar wat zijn de feiten?
Kinderen die opgroeien in tehuizen (‘weeshuizen’) krijgen enorme achterstanden in groei, cognitieve en psychische ontwikkeling. In ons onderzoek met Natasha Dobrova-Krol in tehuizen in Oekraïne hadden veel kinderen grote groeiachterstanden en een ontregelde hormonale stressbalans. Dat beeld wordt bevestigd in onze recente meta-analyse in Lancet Psychiatry van ruim 300 empirische studies onder ruim 100.000 kinderen. Hoe langer het verblijf in een tehuis, hoe groter de achterstanden.
Bovendien blijken interlandelijk geadopteerden het doorgaans heel goed te doen na adoptie in een gezin. Ze maken een enorme inhaalslag op bijna alle ontwikkelingsgebieden en de meerderheid bereikt na verloop van tijd hetzelfde niveau als hun leeftijdgenoten.
Dit beeld konden we met Joost van Ginkel bevestigen via CBS-gegevens over medicijngebruik van bijna 2,5 miljoen kinderen en jeugdigen, onder wie 10.602 internationaal geadopteerden. Geadopteerde kinderen gebruikten niet meer medicijnen voor psychische of fysieke problemen dan niet-geadopteerden.
Ook identiteitsproblemen doen zich niet vaker voor, zo bleek uit een meta-analyse met Femmie Juffer onder bijna 45.000 participanten. Dat weerspreekt de conclusie van de commissie-Joustra ‘dat interlandelijke adoptie samengaat met problemen voor de geadopteerde kinderen.’ Een minderheid van de geadopteerden ervaart problemen. Zij verdienen de best mogelijke steun. Maar met een ruime meerderheid gaat het prima.
Het is duidelijk dat er misstanden zijn (geweest) bij adopties. Er zijn diverse schrijnende voorbeelden. Maar betrouwbare cijfers over aantallen misstanden ontbreken, ook voor de periode na het Haags Adoptieverdrag. Er zou een adoptiemarkt zijn door de vraag naar potentiële adoptiekinderen, met perverse financiële prikkels.
Er is géén overtuigend bewijs voor de aanzuigende werking van interlandelijke adoptie op het aantal weeshuizen. De wanverhouding tussen vraag en aanbod is omgekeerd. Het aantal kinderen in weeshuizen was in 2020 naar schatting 7,5 miljoen; het aantal adopties naar westerse landen van 2004 tot 2020 was 400.000. In 2016 telde Oekraïne bijna 800 weeshuizen met meer dan 100.000 kinderen. In datzelfde jaar werden 399 Oekraïense kinderen interlandelijk geadopteerd, dat is 0,4 procent. Sinds 2017 is het beleid er gericht op de-institutionalisering. Onlangs heeft Oekraïne overigens alle adopties stopgezet, omdat controle op de procedures door de oorlog onmogelijk is.
Omvangrijk onderzoek laat dus zien dat opgroeien in tehuizen schadelijk is, dat de overgang naar gezinsopvoeding een forse inhaalslag mogelijk maakt, en dat van een aanzuigende werking van adoptie op het aantal tehuizen geen sprake is. Meer betrouwbare kennis om politieke besluitvorming te stutten is er niet.
Tussen feit en verplichting gaapt een kloof. Interlandelijke adoptie kán een kind een toekomst bieden als er echt geen andere oplossingen in lokaal gezinsverband mogelijk zijn. Strenger toezicht is nodig om misstanden tegen te gaan. Maar stoppen of doorgaan met interlandelijke adoptie volgt niet dwingend uit de feiten. Het is uiteindelijk aan de politiek, aan sociaal-ethische keuzes, om een knoop door te hakken. Wetenschappers past hier bescheidenheid, politici past een open oog voor de feiten.
Marian Bakermans-Kranenburg is hoogleraar neurobiologische achtergronden van opvoeding en ontwikkeling aan de VU en Rien van IJzendoorn is hoogleraar pedagogiek aan Erasmus Universiteit Rotterdam.
ILLUSTRATIE: BAS VAN DER SCHOT
Reply?
Stick to the subject, and show respect: commercial expressions, defamation, verbal abuse and discrimination are not allowed. The editors do not argue about deleted responses.