Laatste woorden
Ik ben op weg naar mijn ouders als het begint te regenen. Ik kan gelukkig even schuilen in de tweedehands boekenwinkel waar ik vaak kom. Ik sta daar een tijdje, natgeregend, met in mijn handen Ik sluit nu maar af, een bloemlezing van 45 zelfmoordbrieven, samengesteld door Udo Grashoff. De brieven komen uit Duitsland, uit de periode 1959 tot 1989. Het zijn de laatste woorden van dichters, misdadigers, politieagenten en studenten.
Eén afscheidsbrief blijft erg hangen. Hij is geschreven door een 22-jarige scheikundestudente uit Berlijn, genaamd Julia C. Ze sprong op 2 juni 1974 van een flatgebouw met elf verdiepingen. Dit zijn haar laatste woorden:
‘Ik vind het alleen erg voor mijn ouders. Die hebben het niet verdiend dat hun dochter zoiets doet (...) Misschien kan er tegen ze gezegd worden dat ik een dodelijke aanrijding heb gehad of zoiets. Ik wil in elk geval niet dat ze te horen krijgen dat ik zelfmoord heb gepleegd. Dat zou mijn moeder niet aankunnen, want ze heeft zwakke zenuwen.’
Als ik na het eten weer naar Amsterdam vertrek is het druk op het station. Ik sta met een grote groep medepassagiers te wachten op een doorweekt perron als een emotieloze stem omroept: “Wegens een aanrijding rijden er geen treinen meer naar de volgende stations… Amsterdam.” Uit de reizigers ontstaat eerst een koor van scheldwoorden en diepe zuchten, daarna beginnen de gesprekken.
“Het is gewoon egoïstisch om zo zelfmoord te plegen”, zegt een meisje naast mij met zo’n tas waarbij het lijkt alsof er ‘kanker’ op staat. Fjällräven Kånken is het merk. “Iedereen moet wachten en je traumatiseert ook een machinist voor het leven. Kun je dan niet gewoon een overdosis nemen, zodat niemand er last van heeft?”
Ik wil me verontwaardigd voelen voordat ik bedenk dat ik ook weleens zoiets heb gezegd. Het lijkt een beetje de universele reactie te zijn bij een aanrijding. In 2015 zei de toenmalige directeur van Prorail zelfs: “Als ik na een zelfmoord een sms’je krijg, denk ik: verdorie, waarom niet een minder druk tijdstip uitgekozen?”
Na veel vertraging vertrekt er een trein. Als we langs de Ikea rijden bedenk ik dat de woorden van het Kånken-meisje zomaar de laatste woorden zouden kunnen zijn die over deze ‘Julia C.’ gezegd gaan worden, en hoe verdrietig dat eigenlijk is. Het regent nog steeds. Mijn coupé schuift verder onder een storm die een onschuldige voornaam heeft gekregen.
{ Lees de 2 reacties}
Leuk stuk! Really makes you think...
Reageren?
Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.