Popup-Niks-missen-2.png

03 oktober 2018

'KUTTOERISTEN'

Ter hoogte van de Spiegelgracht reed ik een toerist aan. Of eigenlijk: fietste een toerist tegen mijn fiets op. Ik viel, zij viel. Ze schrok zo dat ze moest huilen. Ik schrok zo dat ik begon te schreeuwen. Dat je moet ópletten in Amsterdam, nooit zómaar oversteken, geen fiets moet huren als je niet kunt fietsen. De toerist liep huilend weg en een Amsterdammer hielp me omhoog. “Kuttoeristen”, zei hij verbroederend. “Kuttoeristen”, knikte ik terwijl ik over mijn kapotte knieën wreef.  

Op kantoor bespraken mijn collega’s en ik tijdens de lunch onze zomervakanties. Een collega ging naar Zuid-Italië en had het best leuk gehad maar had, in haar eigen woorden, “wel last gehad van het toerisme.” Vorig jaar, vertelde ze, waren er nog van die leuke restaurantjes waar niemand een woord Engels sprak en je voor minder dan 10 euro geweldig kon eten. Restaurantjes die nu Duitse menu’s uitdeelden en hun prijzen verdubbeld hadden. Een andere collega was thuisgebleven, in haar appartement in Oud-West, en had op haar eigen manier last gehad van het toerisme. Op sommige dagen kon ze de deur bijna niet uit, zo druk was het. We knikten instemmend en klaagden over hop on-hop-offbussen, overvolle pontjes, troep op straat, ik vertelde over mijn aanrijding. We waren het er ontzettend over eens dat toeristen vreselijk zijn. We waren het er ook ontzettend over eens dat wij, als we zelf op vakantie gaan, een ander soort toeristen zijn.

Zijn de fietsende toerist in Amsterdam en ik eigenlijk wel zo verschillend?

In De Groene Amsterdammer schrijft filosoof Ruud Welten: ‘Het hoort bij toerisme om geen toerist te willen zijn.’ We zijn geen toeristen, maar reizigers, op zoek naar authentieke ervaringen. We willen opgaan in de levens van bewoners. Daarom zoeken we restaurantjes zonder toeristenmenu’s, slapen niet meer in hotels, maar in huizen en huren een fiets. Het gevolg is dat de toerist en het toerisme steeds grotere onderdelen zijn geworden van het dagelijks leven van locals. Waar toeristen in Amsterdam eerder op overzichtelijke plekken samenkwamen: de Dam, de Grachten, de Wallen, tref ik ze nu als reizigers aan op plekken waar ik zelf ook ben. En waar ikzelf eerder als toerist op de camping/aan het zwembad/in een kerkje te vinden was, wil ik nu boerenmarkten over, de beste koffiezaak ontdekken, door kunstzinnige buurten slenteren.

Onderweg naar de VU denk ik er nog eens over na. Zijn de fietsende toerist in Amsterdam en ik eigenlijk wel zo verschillend? Allebei ontvluchten we een alledaags leven door middel van vakantie, allebei gaan we in een ander land op zoek naar de beste restaurants, allebei zijn we vastbesloten geen toerist te zijn en allebei zijn we eigenlijk precies dat: kuttoeristen in andermans stad. In gedachten verzonken let ik op een kruispunt niet goed op, rijd door rood en knal tegen een toerist op een huurfiets aan. Ik val. Zij valt.

“I’m sorry”, zeg ik - terwijl ik haar omhoog help. “Me too”, antwoordt ze.

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.