Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
28 maart 2024

Studentenleven
& Maatschappij

Jongens hebben geen andere hersenen dan meisjes

Dat meisjes beter op school presteren dan jongens ligt niet aan het verschil in ontwikkeling van hun hersenen, concludeert de Leidse psycholoog Lara Wierenga in een onderzoek dat is gepubliceerd in het Journal of Cognitive Neuroscience.

“Met dit onderzoek ontkrachten we de neuromythe dat jongens achterlopen in hersenontwikkeling”, stelt Wierenga. Ze noemt het een wijdverbreid misverstand dat meisjes het beter doen op school omdat de hersenen van jongens een ontwikkelingsachterstand vertonen. Het is volgens haar de eerste studie die hersenontwikkeling direct linkt aan sekseverschillen en schoolprestaties.

Zelfde hersenen

Wierenga en haar collega’s vroegen zich af of het verschil in schoolprestaties te herleiden is tot een andere hersenstructuur, maar vonden hiervoor geen wetenschappelijk bewijs. “We weten niet waar dit prestatieverschil vandaan komt, maar het ligt in ieder geval niet aan de hersenontwikkeling, want die is bij jongens en meisjes zeer vergelijkbaar”. Wel signaleerden de onderzoekers dat meer jongens dan meisjes een vertraagde of versnelde hersenontwikkeling hebben.

Getallen onthouden

Gedurende een periode van vijf jaar onderzochten de wetenschappers de hersenstructuur van 217 jongens en meisjes tussen 8 en 29 jaar met een MRI-scanner. Daarbij vroegen ze de deelnemers schoolopdrachten uit te voeren zoals het lezen van een tekst en het onthouden van getallen. Juist bij die activiteiten presteren meisjes vaak beter dan jongens.

Volgens Wierenga is de uitkomst van het onderzoek belangrijk omdat het idee dat sekseverschillen in schoolprestaties nu eenmaal zijn vastgelegd in het brein, een voedingsbodem is voor veel misverstanden. “Meisjes denken bijvoorbeeld dat ze niet goed zijn in wiskunde en kiezen minder snel een technische opleiding.”

Zelfvertrouwen

Het onderzoek geeft geen uitsluitsel over de factoren die wel ten grondslag kunnen liggen aan de onmiskenbare ‘ongelijkheid’ in schoolprestaties tussen de seksen. Te denken valt aan training, zelfvertrouwen of concentratie, zegt Wierenga. “Studies laten al zien dat zelfvertrouwen een grote rol speelt.” Momenteel is ze bezig met een onderzoek onder tweelingen om te kijken wat de invloed is van genetische aanleg en training op schoolprestaties. “Ook daarbij kijken we wat de verschillen zijn tussen jongens en meisjes.”

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.