Popup-Niks-missen-2.png

23 november 2021

Chirurgie op de Veluwe

Voor mijn coschap chirurgie ben ik in het ziekenhuis St Jansdal in Harderwijk geplaatst. Ik heb het geluk dat mijn grootouders, Tati en Mami, in het dorp ernaast wonen en dus woon ik nu in Ermelo. Mijn mede-co’s wonen intern in een oud verpleeghuis in Harderwijk. Ik woon in het huisje dat vastzit aan het huis van mijn grootouders, mijn moeder heeft hier ooit ook geslapen. In mijn kleine huisje tel ik 8 schaakborden, 15 cricketballen en 40 KLM-huisjes. Tati heeft een obsessie: hij spaart eigenaardige voorwerpen.

Door het raam van mijn huisje heb ik uitzicht op het huis waar mijn vader is opgegroeid; mijn ouders waren vroeger buurjongen en buurmeisje. Als ik terugkom uit het ziekenhuis kookt Mami, Tati dekt de tafel. Voor ik het eten mag aanraken, pakken we elkaars hand vast en zingen we een Frans liedje. Ik weet nog steeds niet wat het betekent, maar ik heb het idee dat het iets te maken heeft met dankbaar zijn voor het eten dat voor me staat. Ook denk ik dat Tati dit als een uitstekende kans ziet om nog even elkaars handjes vast te houden, ook al ben ik daar eigenlijk een beetje te oud voor.

Na het eten leest Tati een religieus verhaal, waarna we discussiëren hoe de tekst aansluit op de huidige tijd. De tv gaat aan voor het nieuws en mijn trommelvlies wordt opgeblazen door het volume. Ik haast me naar de gym van Ermelo, een grote zaal met wat sportapparaten op grote Perzische tapijten. Het hondje van de eigenaar van de gym snuffelt aan mijn benen. Ze heet Truus, is doof en heeft maar één oog.

Mami bemoeit zich nog even met mijn afgrijselijk rare ondergoed dat ze tegenkomt bij de was

Elke vrijdag is er ‘discogymen’. Ik word gevraagd mee te doen aan een squat-challenge. In een kringetje met zes mollige Ermelose dames ga ik 80 keer met mijn billetjes naar beneden. Ik heb het zwaar, maar de kilo’s van mijn tegenstanders zijn een extra motivatie om door te zetten. Terug thuis drink ik een theetje op de bank terwijl Mami en Tati kibbelen over het nieuws. Mami bemoeit zich nog even met mijn afgrijselijk rare ondergoed dat ze tegenkomt bij de was.

’s Morgens op de fiets naar het ziekenhuis is het nog vroeg en donker en dus is er niemand die zich afvraagt waarom die gek daar hardop aan het meezingen is met de muziek die ze in haar oortjes heeft. Mijn eerste patiënt die ochtend is een jongen met een gebroken been. Een borrelend geluid van de leidingen rondom het kamertje is te horen en hij vraagt mij wat voor geluid dat is. “Het lijkt net alsof iemand een frikandel klaar aan het maken is”, zegt hij. Zijn vaders gezicht loopt rood aan en ik denk na over het aantal keren dat deze jongen frituurvet hoort sidderen en over de frikandel die zij als beloning van dit bezoekje zo in de kantine samen zullen oppeuzelen. 

 

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.